Maandag 10 september 2012

De wekker gaat om 07:00 uur weer veel te vroeg. Terwijl ik naar de douche loop schiet de gedachte door me heen dat het eigenlijk best donker is. De zomer is duidelijk voorbij in Nederland: tijd om naar zonniger oorden te vertrekken. 3 kwartier later sta ik fris gedoucht en met volle maag buiten om te starten. Gelukkig gaat dat na de startproblemen van gisteren nu probleemloos. Ik kan meteen aansluiten op de file voor de van Brienenoord: defecte signalering.
Hoewel het redelijk druk is rijdt het na de brug wel gewoon door. Kort oponthoud rond Antwerpen en bij Mechelen, lange stukken langzaam rijden tussen Namen en Luxemburg, beetje druk tussen Thionvile en Metz, verlaten wegen voorbij Toul en rond 15:30 uur bij Auxonne de snelweg af. Om 15:45 uur zet ik de auto stil bij de haven van Auxonne en zie ik pa achterop de Artemis staan. Uitladen en aan boord gaan. Pa en ma zien er goed uit, niet de extreem diepe “we hebben 3 maanden tussen de olijven en druiven gezeten”-look, maar een goede buitenkleur. Mijn Hollandse, “ik kom nooit buiten”-kleur valt uit de toon en ik kan me meteen van allerlei kledij ontdoen want het is heet. (Voor mijn gevoel dan.) In Frankrijk is het nog wel zomer.
De rest van de middag de avonturen aangehoord en de laatste verbeteringen aan de boot bewonderd. ’s Avond de stad in om te gaan eten, lekker op een terrasje gezeten met Franse kost. Een goed begin van de mini-vakantie na de valse start gisteren.

Dinsdag 11 september 2012

’s Ochtends gewekt door het vertrouwde geluid van de fluitketel op het fornuis, in combinatie met een aantal nieuwe geluiden. Pomp dit, schakelaar dat, afvoer zus, aansluiting zo. Het zal even wennen worden voor ik daar weer doorheen slaap.
Heerlijk ontbeten met de grootste pain au chocolat ooit, stokbrood en paté. Vervolgens uit de box naar de steiger aan de hellingbaan waar de auto onderaan staat om uit te laden. Na alle werkzaamheden van de winter is de boot uit balans en er moet 100 KG lood-broodjes ballast uit het vooronder gehaald worden. Daarna water tanken, en losgooien. De opgegooide munt heeft beslist dat we naar boven gaan varen en we gaan vandaag naar Mantouche.
De vaart is niet echt gelukkig. Er zit kennelijk een ander opvaarder voor ons en bij elke slus moeten we na het aanmelden eerst wachten tot de sluis helemaal leeg is gelopen. Maar het is natuurlijk maar een klein stukje dus iets na 5-en meren we aan in Mantouche op het uiterste punje van de kade waar het nog diep genoeg is. We liggen voor een Belg en daarachter ligt weer een grote (16 meter of zo) huurboot. In de paar jaar dat ik hier niet mee ben geweest zijn huurboten een stuk verder ontwikkeld en zijn ze duidelijk meer op megastallen gaan lijken.
De vliegenvanger van de ArtemisOmdat het weer toch dudelijk minder is dan gisteren binnen gegeten. De nieuwe dinette bevalt goed.Na de afwas nog een rondje gemaakt door het dorp. Zoals gebruikelijk in Franse dorpen is het uitgestorven na 21:00 uur en zie je niet alleen niemand meer op straat, maar zelfs geen verlichting in de huizen. Alleen aan een toegangsweg staat nog een villa in een mooi verlichte tuin. Als we terugkomen brandt alleen op 3 schepen nog licht en zien we dat “de vliegenvanger van de Artemis” op zijn post in slaap is gevallen.

Als even later op de schepen ook het licht uitgaat is het heerlijk donker en doodstil.

Vaartijd 5.20 uur, 43km en 3 sluizen.

Woensdag 12 september.

Om 07:30 uur gewekt omdat de huurboot de motor startte om iets op te laden of te verwarmen. In de nieuwste modellen gaat dat kennelijk net zoals op de Artemis allemaal via de (restwarmte van) de motor, alleen zonder de planning dat je ook kan douchen terwijl je al onderweg bent.
Na ontbijt met vers brood varen we verder richting Gray. Dat is een klein stukje zonder sluizen, eigenlijk nauwelijks genoeg om onderweg te kunnen douchen. Bij aankomst zijn alle beste plekjes bezet. Er is alleen nog plek aan de twee uiteinden van de kade, ver van de electriciteits aansluitingen. Als we net liggen komt er weer plek in het midden omdat de Chocolat vertrekt. Dat heeft echter nogal wat voeten in aarde omdat het ter plekke maar zo’n 70 cm diep blijkt te zijn en ze redelijk vast liggen. Te ondiep voor ons dus. Gelukkig heeft de achterbuurman nog wat stroom over zodat we de electronica kunnen laden met een sinusoide in plaats van een blok.
Terwijl pa en ma in de supermarkt op zoek gaan naar lekkere wijn nestel ik mij in de kuip met “Guns, Germs and Steel: A short history of everybody for the last 13,000 years.” waar ik 2 jaar geleden in was begonnen: tijd om het uit te lezen. Ondertussen tweemaal weer naar binnen, eenmaal voor een extra t-shirt en eenmaal voor een lange broek. Is de zomer hier dan ook voorbij?
Na de lunch een korte ronde door de stad. Terwijl we boven door het oude kasteel lopen begint het te regenen. Gelukkig waren de muren zo dik dat we makkelijk in de poort konden schuilen, en we konden de opklaringen al over de Saone aan zien komen. Verder nog even door de stad gelopen en naar de overkant van de Saone om wat foto’s te nemen. <foto>
Als we op de terugweg de brug over de sluis oversteken schutten er net 2 jachten op. Veel geluk hebben ze niet, niet alleen begint het weer langzaam te miezeren, de sluisdeur wil ook nog eens niet dicht. <foto>
Vaartijd 0.55 uur en 7 km.

De deur wil niet meer dicht

We wachten de show niet af en gaan lekker terug, maar we konden vanaf het schip zien dat het oplossen minstens een uur heeft geduurd.
’s Avonds heerlijk eend gegeten en vroeg naar bed gegaan. We hebben het niet eens over de verkiziengen gehad.
Vaartijd 0.55 uur en 7 km.

Donderdag 13 september

Gewekt met weer een nieuw geluid: de nieuwe verwarming. Kennelijk bereikt pa bij 14 graden een grens en gaat de verwarming aan. Hij is in elk geval een heel stuk stiller dan de vorige verwarming. Met af en aan regen starten we de terugreis naar Auxonne.
Na de eerste sluis neem ik het roer over en vaar de 15 km naar de volgende sluis. Deze staat gelukkig voor ons klaar als we aankomen en we kunnen meteen naar binnen. Als we uitvaren bedenk ik me dat dit voor het eerst in meer dan 3 jaar is dat ik een sluis heb gevaren. Maar kennelijk verleer je dat niet zo snel.
Onderweg klaart het geleidelijk aan op en als we in Auxonne aanleggen schijnt de zon weer. In onze afwezigheid is de haven verbouwd en is er een steiger van de ene oever naar de andere gegaan. Interessant om te zien hoe een steiger als een bouwpakket in elkaar te zetten valt. Je hebt alleen iets meer nodig dan een imbussleutel.
Ondertussen slagen we er niet in om de accu van de auto te laten laden van een zonnepaneel. Aansluiten op de sigarettenaansteker werkt niet omdat die alleen een gesloten circuit maakt als de sleutel in het contact zit en aansluiten op de accu gaat niet omdat we een kabel niet vanuit de cabine naar de motorruimte kunnen doorvoeren. Pa en ma moeten maar hopen dat de accu nog voldoende lading heeft als de auto hier 4 weken heeft stilgestaan.
Terug aan boord verbazen we ons over de voorlopige uitslag van de verkiezingen. Wie had dit een maand geleden durven voorspellen? Misschien blijft er nog wel een bestuurbaar land over ook.
Na het avondeten de laatste taak van deze week: het gastschrijverschap. Als gast ligt het verslag van de reis van deze week in mijn handen en dus zet ik mij achter de computer voor dit verhaal. Morgenmiddag in Dijon de TGV terug naar Nederland en dan zit het er weer op.
Vaartijd 5.30, 50 km. en 3 sluizen.