Foto’s zijn te vergroten door er op te dubbelklikken, via terug of back kom je weer terug bij de tekst.
Woensdag 26 september.
Het regent hard de hele nacht. Het regent daarna nog harder bijna de hele dag. Het is ongelooflijk hoe snel en veel het water op de rivier stijgt en inmiddels met donderend geweld over de stuw komt.
De sluiswachter gaat er van uit dat het nog wel tot zondag gaat duren voordat het peil weer in de buurt van normale waarden is. De bergtoppen rondom ons zijn door het wolkendek niet te zien. We discussieren overigens nog heel wat uren af hoe het mogelijk is dat die roerkabel maandag gebroken is. De breuk zat ongeveer op het punt van de eerste katrol onder het stuurwiel, in de stand waar de kabel zich bevindt als het roer in de middenstand staat. Het kan haast niet anders dan dat het komt omdat de kabel aan de dikke kant is en in die stand tegen de bevestiging van de katrol schuurt. Elke keer als het roer door de middenstand gaat ontspant de bakboordkabel en spant de stuurboordkabel of omgekeerd. Dat zou betekenen dat de kabel eigenlijk iets te dik is waardoor hij niet strak om de katrol trekt. Het is ook raar dat de vorige kabel (5 mm dik) het 14 jaar heeft uitgehouden en deze kabel (6 mm dik) al na 2 jaar is gesneuveld. Maar het is onmogelijk om deze dikke kabel strakker door de katrollen te trekken, dan trek je de katrollen uit hun bevestiging. De nieuwe kabel is overigens weer 5 mm dik, hetgeen wel betekent dat we nu 2 kabels van verschillende dikte hebben.
Donderdag 27 september.
Opnieuw de hele nacht en ochtend klettert de regen op het dek. Als het in de namiddag even wat opklaart lopen we naar de sluis. De peilschaal laat zien dat het water op de rivier inmiddels bijna een meter gestegen is. De VNF komt langs en meldt dat er inmiddels een vaarverbod is. Overigens niet alleen vanwege het hoge water maar ook vanwege het risico dat allerlei troep in het water voor stukken kan zorgen. We zien inderdaad hele bomen voorbij drijven. Ondertussen is een Engels stel in het haventje aan boord gekomen. Zijn een maand in Engeland geweest voor familiezaken. Willen nu door naar Straatsburg om te overwinteren en dan volgend jaar via de Neckar en de Donau naar de Zwarte zee en dan naar Turkije om daar het schip te laten stralen en schilderen. Zij blijken het afgelopen jaar in de Midi doorgebracht te hebben en zo hebben we plotseling weer heel wat gemeenschappelijke kennissen en een hoop te bepraten.
Vrijdag 28 september.
Het weer klaart op. Sanne gaat met de Engelsen (Michael en Cynthia) in Besancon boodschappen doen want hier in Deluz is alleen brood te krijgen, zij het dat de bakker op vrijdagavond ook pizza’s bakt, die we ons uitstekend laten smaken.
Zaterdag 29 september.
Het water in de rivier is vannacht wel iets gezakt, maar komt nog steeds met donderend geweld over de stuw. De sluiswachter, de VNF komt ons dagelijks informeren, verwacht dat er morgen wel weer gevaren kan/mag worden.
Zondag 30 september.
Het rivierpeil is vannacht met zo’n 40 cm gezakt en we gaan varen, wel enigszins gespannen want er staat nog steeds een stevige stroom van naar schatting 4 á 5 km/uur. Kost niet veel gasolie en je gaat toch hard. We proberen de ‘telecommand’ van de sluizen steeds zo vroeg mogelijk te bedienen om de deuren te openen en vervolgens met enige vaart de sluis in te gaan en niet met de stroom mee weggezet te worden naar de naast de sluis gelegen stuw. Als je op de stuwdam (rotsblokkenwand) terecht komt ben je verloren. Ik moet zeggen dat het toch tamelijk enerverend varen is op deze manier. Binnen de kortste keren zijn we weer in Besancon, plenty plek aan de kade. Overigens, je vaart natuurlijk sneller dan het water stroomt, blijkt tegen donker worden het peil hier alweer 15 cm hoger dan toen we aankwamen.
Vaartijd 2.30 uur, 19 km en 4 sluizen.
Maandag 1 oktober.
Sanne verkent noodgedwongen een groot deel van de stad alvorens een supermarkt te vinden. De belangrijkste brug over de Doubs wordt gerestaureerd en is afgesloten, overal is éénrichtingsverkeer ingesteld en aan fietsers is daarbij natuurlijk niet gedacht. Ik verdiep mij ondertussen in het bestuderen van alle gegevens van de diverse nieuwe tanks en pompen en wat dat voor consequenties heeft voor het winterklaar maken van de boot over een paar weken. Over de thermostaat van de boiler hoeven we ons al geen zorgen meer te maken. Een aantal dagen geleden hebben we al vastgesteld dat die gewoon stuk is. De consequentie is dat je de boiler niet meer aan kunt laten staan omdat er dan kokend water uitkomt en dat lijkt ons voor leidingen en de boiler zelf niet erg aan te bevelen. Helaas was ik hier, toen we nog op de werf lagen al bang voor. Maar toen konden ze die thermostaat niet los krijgen en ben ik zo stom geweest om het er maar bij te laten zitten; we wilden weg en varen. Sanne begint met het cleanen en in de was zetten van het schip. Een gigaklus elk jaar vóór de winter, maar ze heeft wel veel eer van haar werk.
Dinsdag 2 oktober.
Na ons telefonisch gemeld te hebben voor de doorvaart van de Tunnel van Tarragnoz, die onder de citadel van Besancon ligt, starten we om 10 uur. De ingang van die tunnel van 5 meter breed ligt heerlijk dwars op de stroom van een buitenbocht van de rivier. Het lukt net niet helemaal en dat levert de eerste beschadiging van het berghout op deze reis op. Jammer, maar het is geloofwaardiger dan zo’n hele reis zonder een enkel schrammetje. Bij het uitkomen van de sluis aan het einde van de tunnel moeten wij meteen 90 graden bakboord uit de volgende sluis in. Het duurt even voor die sluis geactiveerd is, reden voor 2 jachten die voor de tunnelsluis liggen te wachten, ons tot grotere spoed te manen. Maar de Artemis kan alleen door een deur als die open is.
Op de rivier stroomt het nog steeds fors. En we hebben vandaag minder geluk. Telkens bij een sluis aangekomen vaart of ligt er net een tegenligger in en hebben we veel moeite om achteruit varend tegen de stroom in vrij te blijven in de vaargeul en niet naar de stuw gesleurd te worden. Al geef ik toe dat mijn hart soms minstens zo veel toeren draaide als de motor. Vooral toen ik dacht een openstaande ‘ecluse de garde’ in te varen en daar plotseling om de daarachter liggende hoek een 32 mtr luxe motor verscheen die super langzaam uit die sluis kwam en zo sterk naar onze kant kwam door de ‘neer’ dat ik even dacht dat hij ons op de stuw zou zetten. Ik heb zelden of eigenlijk nooit zo aan het roer getrokken als op dat moment. En als de stroom met 4 á 5 km achterop komt doet je boegschroef wel erg z’n best maar is het rendement uiterst beperkt. Maar het lukte en alles bleef heel (dacht ik toen nog!).
Op het kanaalstuk worden we heel vriendelijk gegroet door een stel fietsers, maar pas bij de sluis na een aantal km’s herkennen we onze uiterst hulpvaardige buurman uit Deluz (die van de autorit op zoek naar nieuwe roerkabel) en zijn vrouw, die een dagje genieten van fietsen met uitzicht op (een van) de mooiste in Frankrijk varende tjalk.
We passeren de tunnel van Thoraize waar de toegangslichten, evenals de watergordijnen aan begin en einde, vandaag niet werken. De ligplaatsen onder de tunnel zijn bezet en de volgende ligplek naast de stuw ligt vol in de Noordenwind achterop. We varen door naar Osselle, waar in een kleine kanaalverbreding net plaats is voor 3 á 4 jachten. Tot de avond een heerlijk zonnetje in de stuurhut, genietend van een extra drankje na deze toch wel enerverende dag.
Vaartijd 4.05 uur, 13 km, 8 sluizen en 2 tunnels.
Woensdag 3 oktober.
Na gisteren maken we er een rustig dagje van. Om 10 uur aangevaren en al om 12 uur weer gestopt in Ranchot. Prachtige kade, water en stroom en toiletten. Dachten we. Maar …. slechts tot 1 oktober. Alles is al afgesloten. Maar een uitstekend restaurant op 50 mtr van de kade blijkt die avond een meer dan geweldige entrecote te serveren.
Vaartijd 2 uur, 12 km en 4 sluizen.
Donderdag 4 oktober.
Tot onze eigen verrassing zijn we al net even vóór 9 uur weer onderweg. Somber maar droog weer, wel steekt er in de loop van de dag een stijve NW bries op. Er is tamelijk veel vaart met huurboten vnl bemand met Zwitsers, waar het nu herfstvakantie is. In Dole weer even hevig gemanoeuvreerd, vóórstrooms en net vóór de stuw wachtend op een tot jacht omgebouwde spits met een Engelse bemanning, die hun praam eerst nauwelijks de sluis uit konden krijgen en vervolgens al helemaal de bocht niet om konden krijgen. En wij maar proberen om niet op de keien terecht te komen. In Dole is voor ons geen fatsoenlijke aanlegmogelijkheid, daarom varen we 4 km door tot Choisey, waar we op de heenweg een prima steiger gespot hebben. Morgen willen we dan op de fiets terug om Dole te verkennen. Om half vijf gaat Sanne in het dorp op zoek naar een bakker. De winkels blijken helemaal aan de andere kant van het dorp.
Ik laat Sanne nu even zelf aan het woord:
“Omdat de bakker nog een eind verder weg is toch maar terug gegaan (ongeveer 17.50 uur) en dan gaat het niet goed: struikelen op het parkeerterrein van de gigantische Cora supermarkt, een aardige mevrouw die ploseling over mij heen gebogen staat en dan dringt het tot me door dat ik op de grond lig. Deze Engels sprekende dame zei dat ze een ambulance heeft gebeld en verzekert mij dat ze Jack op de boot zal waarschuwen. Ik merk dat ik in de ambulance wordt gelegd en dan ben ik ineens in het ziekenhuis waar Jack ook is”.
Mijn kant van het verhaal:
Net als ik om 18.15 uur mijzelf op een stevige pastis wil tracteren, verschijnt er een man op de steiger die meldt dat ik niet moet schrikken, maar dat mijn vrouw ongelukkig gevallen is en inmiddels per ambulance naar het ziekenhuis in Dole is gebracht. Je schrikt je natuurlijk toch te pletter. De man heeft kennelijk iets te maken met de winkel waar het gebeurd is. Hij biedt aan om mij nu meteen naar het ziekenhuis te brengen. Boot op slot, zijn auto staat een paar honderd meter verder en door de drukke avondspits naar het ziekenhuis. Ik kom daar tegen half acht aan en een juffrouw van de receptie brengt me direct naar een kamer waar Sanne ligt. Daar is een bijzonder aardige vrouwelijke arts net zo ongeveer klaar met het onderzoek. Ter afronding daarvan wil ze een schedel/hersen scan laten maken om zeker te zijn dat ergeen fracturen en/of bloedingen zijn. Ik mag van Sanne niet nader beschrijven hoe ze er uit zag, maar fraai is echt heel anders. Ze is gewoon plat op haar gezicht op het asfalt gevallen en enige tijd buiten bewustzijn geweest. Kennelijk is in de ambulance ook nog sprake van bewustzijnsverlies geweest. Uiteindelijk blijken er geen al te ernstige verwondingen te zijn, levert de scan geen ernstige afwijkingen op en mag ze weer mee naar de boot. Met een taxi terug (de afzetter) en omstreeks half tien zijn we weer aan boord. Die avond op tijd naar bed na natuurlijk het gebeurde nog uitgebreid doorgepraat te hebben. Ik moet eerlijk bekennen dat het mij niet gelukt is om haar conform de opdracht van de arts elke 2 uur te wekken en te controleren of alles goed ging. Pas 5 uur later de eerste controle. Maar met ijzeren Marie ging alles prima.
Vaartijd 4.25 uur, 25 km en 9 sluizen.
Vrijdag 5 oktober.
Allebei toch wel redelijk geslapen. Mooi weer. Ik naar bakker en apotheek in het dorp, die er dus niet zijn. Uiteindelijk naar Dole en terug gelopen om de spullen te krijgen. Pijnstillers hebben we natuurlijk wel aan boord, maar vanwege de wonden in de mond moest er ook een ontsmettend spoelmiddel zijn en die aan boord hebben allemaal een te hoog alcoholpercentage.
Toch nog maar een stukje verder gevaren. Sanne kan haar rechteroog net lang genoeg open krijgen om in de sluis de lijn op de bolder te krijgen. We meren af aan een kleine kade in Abergemont-la-Ronce. Sanne gaat natuurlijk eerst in het dorp weer op zoek naar een bakker. Ik denk terug aan gisteren. Als ze na een half uur terugkomt gaat ze gelukkig een uurtje liggen, waarna hoofdpijn en vooral de pijn rondom het rechter oog wegtrekt. Ze kan dan haar rechteroog ook weer een beetje open krijgen. Verder is het nog geen gezicht.
Vaartijd 2.05 uur, 9 km en 3 sluizen.
Zaterdag 6 oktober.
Goed geslapen en pas laat op. Lekker zonnetje en idem temperatuur. We willen vandaag de laatste drie sluizen van het Rhone-Rijn kanaal doen en dan de Saone op en in St. Jean de Losne aan de kade afmeren en proberen stroom te krijgen. De zonnepanelen houden bij de laagstaande zon in dit seizoen het verbruik niet helemaal bij en we maken te weinig vaaruren om het verschil goed te maken.
Maar het lot beslist anders. Bij het uitvaren van de eerste sluis opnieuw een klap …… en jawel …. de andere roerkabel heeft het begeven. We drijven naar de kant, gelukkig is het daar diep genoeg en nog meer geluk: geen rotskant. Met een bloedgang wordt uit het vooronder het noodroer te voorschijn getoverd, 49 jaar geleden voor het laatst gebruikt! Wetende dat een paar honderd meter verder een haventje is sukkelen we op het noodroer verder. Op zich is daar niks mis mee, maar je staat net iets te ver van de bediening van gashandel, boegschroef etc. af, om op je gemakje verder te varen. In het haventje is in eerste instantie natuurlijk nergens plek, maar roepend dat we “en panne” zijn, maken we tenslotte een voorbeeldige landing langszij een Engelse narrow boat. Aangezien dat ding daar al ingepakt voor de winter ligt en dus de gangboorden van 5 cm breed met zeilen afgedekt, mag het een wonder heten dat niemand van de toegesnelde (Engelse en Zwitserse) havengasten te water is geraakt bij zijn/haar pogingen ons een handje te helpen. Fransen kijken op zo’n moment meestal met veel belangstelling toe.
Na de vorige kabelbreuk toen ik door onze buurman/gendarme door Besancon ben rondgereden konden we geen stuk kabel van zoveel meter krijgen, alleen een rol van 25 meter. Dus aan meters kabel geen gebrek, het vervangen van de oude en aanbrengen van de nieuwe kabel begint haast routine te worden. Maar het blijft een aantal uren doorwerken in vaak uiterst onhandige houdingen. En natuurlijk weer de vraag van het hoe en waarom; ook deze kabel is gesneuveld daar waar hij in de middenstand van het roer door de eerste katrol is gevoerd. Het kan haast niet anders of, hoe paradoxaal ook, de dikte van de kabel en mede daardoor het niet strak om de katrol lopen, maar schuren langs de katrolbevestiging, de oorzaak is geweest. Overigens blijft ook de eeuwige vraag: hoe strak stel je die kabels, iemand die daar iets zinnigs over kan zeggen is zeer welkom.
Vaartijd 1.30 uur, 6 km en 1 sluis.
Zondag 7 oktober.
Het lijkt wel of iedere keer na het bij redelijk weer vervangen van een roerkabel een nacht met stortregens volgt. Ook vanochtend klettert het nog aardig uit de hemel en we besluiten om een dagje te blijven liggen en wat bij te komen van alle emoties. Met Sanne gaat het goed, ze ziet er wel wat excentriek uit met al die blauwe, paarse en gele vlekken in haar gezicht en dat ene half geloken oog omgeven door wat schaafplekken, maar weet daar met een donkere bril goed de aandacht op te vestigen.
N.B. Van Sanne zijn op dit moment prachtige kleurenfoto’s te maken en gemaakt, maar die houden we maar even voor onszelf.
Morgen gaan we in St. Jean de Losne boodschappen doen en olie bunkeren. Daarna varen we door naar Auxonne en gaan in de haven daar nog de nodige onderhoudsklussen doen en het schip winterklaar maken. Het zal vooral het (herfst)weer zijn dat bepaald hoe lang we daarover doen.
So you know where we are.