Logboek week 21-07

Zondag 21 juli.

Het wordt tijd te vertrekken: het water zakt nu duidelijk.

Het wordt tijd te vertrekken: het water zakt nu duidelijk.

Vooruitlopend op de komende dagen kan ik alvast melden dat deze dagen de heetste zullen worden uit onze vaarhistorie. Als je in de middag de handrailing beetpakt heb je verbrande handen, lopen op de gangboorden met blote voeten laat je echt wel uit je hoofd. De temperatuur binnenboord is ruim boven de 25 graden vroeg in de ochtend en omstreeks de 35 graden als we ter kooi gaan. We zoeken overdag vaak een plekje in de schaduw op het terras, maar het enige wat koel is, is het bier. Maar dat is geen ramp, want je moet veel drinken bij dergelijke hitte. In de middag komen B&D terug van het tomatenfestijn in Marmande en brengen een overheerlijke tomatentaart voor ons mee. We vermaken ons met kijken naar bootjes die op de helling te water gelaten worden en soms na een uur alweer op de trailer getrokken zijn omdat de motor niet in beweging is te krijgen. We besluiten om nog maar een aantal dagen te blijven liggen, varen bij ruim 40 graden is niet onoverkomelijk, maar we weten zo gauw geen plek waar zo’n gezellig terras is.

Maandag 22 juli.

etentje in het havenrestaurant

etentje in het havenrestaurant

Tegen lunchtijd arriveert de hotelboot Rosa (zonder gasten!) en even later komen onze Duitse vrienden J. en K. met de Villa Louise binnen. En met een ons onbekende andere boot ligt het haventje dan plotseling vol. En een uurtje of wat later is het op het terras al niet anders. De bemanning van de Cochon Noir (Cl.& E.) gaan nog even kijken naar het schip van een kennis die 200 mtr voorbij de haven onder de bomen ligt, maar dat loopt verkeerd af. E. stapt mis bij het naar binnen gaan en knalt van entree-trap af en vervolgens zijwaarts van de volgende trap naar het keukentje. Even buiten bewustzijn, fors bloedende hoofdwond en gebroken? arm en ribben. Pompiers gebeld, die haar met veel moeite uit het schip en op een brancard krijgen en naar het ons welbekende ziekenhuis in Marmande brengen. Daar ligt ze tot ’s nachts 2 uur te wachten alvorens een behandeling wordt gestart: enkele hechtingen van de hoofdwond, onderarm blijkt niet gebroken maar wel een fissuur, ribben niet gebroken maar gekneusd. Uit voorzorg mag ze een nachtje in het ziekenhuis blijven.

Dinsdag 23 juli.

idem

idem

Bloedheet, temperatuur ruim 43 graden. De boot van Steve en Jude komt binnen en past precies op de enige vrije plek precies voor het terras. Geen weer om te koken. We organiseren met het restaurantje een maaltijd voor alle bootbemanningen (helaas zonder die van de Cochon Noir) en genieten dus met z’n tienen van een heerlijk maal: ik heb in jaren niet zo’n fantastische steak gegeten, absoluut gorgeous. Terug aan boord blijkt de temperatuur in de slaaphut nog 36 graden!

Woensdag 24 juli.

Onveranderlijk heet. Ik slaap inmiddels al enkele nachten zonder dekbed en dat is me nog nooit gebeurd. Overigens gaat het nog steeds niet erg lekker met m’n handen en voeten, vol kloven en korsten en vellen. Tegen zevenen gaat iedereen naar de avondmarkt, waar alle lokale kennissen ruim plek voor de schepelingen hebben vrijgehouden. We genieten weer ruim van al het goede dat het Franse land voortbrengt. Na afloop brengt Dave (van Di) ons met de auto terug naar de boot; prima want dan hoef ik niet te lopen op mijn zere voetjes. Tot 2 uur buiten wat gedommeld, daarna naar de superwarme bedjes.

Donderdag 25 juli.

Daar gaan we dan, tot volgend jaar?

Daar gaan we dan, tot volgend jaar?

D. van de Caunette brengt elke ochtend vers brood mee uit het dorp. Prima want dat bespaart Sanne een gang via de steile helling. Na afloop van het ‘happy hour’ genieten we nogmaals van een heerlijk maal bij het havenrestaurantje. We bereiden een en ander voor omdat er onweer met hagel voorspeld is, maar er gebeurd helemaal niets deze nacht behalve wat meer wind dan gebruikelijk. Morgen gaan we dan toch maar vertrekken, zij het met gepaste tegenzin, maar het zal dan een stuk koeler zijn. Bovendien (mag officieel ook niet) kun je hier niet eeuwig blijven liggen.

Vrijdag 26 juli.

Het verwachte onweer is uitgebleven. We staan bijtijds op, wassen het schip en nemen uitvoerig afscheid van alle vrienden en bekenden en om 9 uur wordt de motor gestart. Als we 10 minuten later bij de eerste sluis zijn begint het te regenen en even later barst het (voorspelde) onweer in volle hevigheid los. Het stortregent met soms flinke hagelbuien er tussendoor. Het zicht is af en toe nauwelijks meer dan een scheepslengte. Ik ga er van uit dat de vele hoge platanen ons voldoende beschermen tegen het onweer, alhoewel er op sommige momenten wel enige twijfel bij mij opkomt of dit wel voldoende veilig is. Precies als we tegen 13 uur aankomen in Le Mas d’Agenais stopt deze fantastische bui en komt er zelfs een waterig zonnetje. Het is inmiddels wel ruim 10 graden kouder dan gisteren, waarschijnlijk is 10 graden minder warm een meer juiste omschrijving. Het schip wordt enigszins gekuist van alle troep die van de bomen en vooral ook van de sluiswanden op het dek en de boorden is gekomen.

Zaterdag 27 juli.

Zij blijven nog.

Zij blijven nog.

Lang geslapen nu het wat afgekoeld is. Direct na het ontbijt begint het opnieuw te regenen en, ja natuurlijk, het wordt nu wel wat overdreven fris. In de late namiddag wordt het droog en Sanne krijgt een hevige aanval van werklust; besteed ruim anderhalf uur aan het schoonmaken van het douchegordijn. Later op de avond toch nog een korte maar zware bui. De temperatuur is inmiddels gedaald tot ongeveer 20 graden. Vroeg naar bed: we willen morgen op tijd varen om een plekje te krijgen in Serignac, waar we een dag of wat willen blijven uitrusten (van 2 dagen varen!). Het moet vakantie blijven.