HET TWEEDE DEEL VAN DE REIS: van Auxonne naar Hedel
Maandag 25 juli. Het afgelopen weekend druk: met de kinderen thuis spullen ingeladen en verhuisd naar het nieuwe adres van Jochem in Rotterdam. Nog eens de vaarberichten bekeken en tot onze teleurstelling zien wij dat het Canal de ‘l Est Sud (Canal des Vosges), onze geplande route om terug te varen, gesloten is wegens een ingestorte sluismuur. Gesloten tot nader bericht, kan dus 2 dagen of 2 jaar duren, noodgedwongen zullen wij de langere route via Canal du Marne au Saône, tegenwoordig Canal du Champagne au Bourgogne, nemen.
Wij zijn blij dat broer en schoonzus , Stef en Els met ons het eerste deel van deze reis meegaan omdat het gezellig is én omdat zij ons met name in de opgaande sluizen kunnen helpen nu Sanne niet zo adekwaat en/of verantwoord kan handelen met haar gebroken schouder.
Wij vertrekken iets later dan gepland; zijn door het drukke weekend laat wakker. Het is lang wachten in een file voor het stoplicht in het dorp en tot overmaat van ramp krijgen wij onderweg een ‘ster’ in de voorruit van de auto. In Eindhoven de autoruit laten repareren, weer pech: de reparatie levert nu een nog grotere ster en een lange scheur op, maar ons wordt verzekerd dat we toch veilig door naar Frankrijk kunnen. De auto zal 10 augustus in de garage terug moeten zijn voor een nieuwe ruit. Dus uiteindelijk rond half 12, na ook nog even zus Juliette gegroet te hebben, op weg naar Auxonne waar wij omstreeks 18.30h arriveren en ons een weg binnenboord banen door alle spinnewebben die over de gangboorden gespannen zijn. Verder ziet alles er prima uit. De havenmeester meldt dat het hem spijt dat iemand onze vlag er af heeft gevaren maar dat wij de kosten kunnen declareren. Er blijkt slechts een klein stukje onder van de vlaggestok afgebroken, dus geen probleem.
De pizza’s met een wijntje laten versmelten en in de stuurhut (mét wintertent er op) nog lekker wat gemijmerd over prettige zaken.
Dinsdag 26 juli. Terwijl Jack de ‘oude dame’ aan de buitenkant verzorgt gaan de anderen per auto uitgebreid inkopen doen in de wetenschap dat op het Canal de la Marne à la Saone op het eerste stuk weinig plekken zijn om gemakkelijk aan boodschappen te kunnen komen.
Terug aan boord blijkt dat het leger spinnen nog nooit zo omvangrijk was en de jacht duurt dan ook de hele dag: denk je dat je klaar bent dan komen ze weer te voorschijn uit alle mogelijke hoekjes, gaatjes en spleetjes en zelfs door de lucht; ze zijn dit jaar onmogelijk groot en vet en daardoor (?) ook trager en gelukkig gemakkelijker te pakken. E&St. waren super in het vangen en deden de stuurhut van voor naar achter en van boven naar beneden. En s’avonds verzorgden zij nog een lekkere pasta met tonijn. Na een rustige avond op tijd naar bed om morgen tijdig weg te kunnen.
Woensdag 27 juli.
Na het ontbijt en de laatste voorbereidingen de havenmeester gegroet en om 9.45 richting het noorden. Weinig vaart en 2 uur later verlaten wij de Saone en gaan richting Vitry le Francois. Bij de eerste sluis is er even verwarring; geen sluiswachter, de sluis gesloten, niets. Wij melden ons via de “praatpaal” bij sluis 1, er komt geen antwoord maar plotseling rolt er een afstandsbediening uit de paal en daarmee openen wij deze en alle volgende sluizen en zoals later blijkt ook die van het Canal de la Marne au Rhin. Er zit één ongeladen spits voor ons waar we weinig hinder van hebben, we wachten 2 keer voor een sluis die niet werkt en hebben 3 tegenliggers vandaag. Het weer is beter dan verwacht: half bewolkt met wat spetters en rond 21 graden. Wij blijven voor sluis 31 liggen, een heel rustig en donker plekje.
Donderdag 28 juli. Om 8 uur is iedereen startklaar, de lichten bij de sluis zijn al tijden in werking en een spits is al uitgevaren. Maar op ons signaal gebeurt er niets.Na herhaald proberen en dubben toch maar sluis 1 gebeld. Het blijkt dat alles is afgesteld op een spits die af komt en die wij niet kunnen zien. Even later gaan toch de sluisdeuren open en kunnen wij invaren. Al opschuttend zien wij boven een spits aankomen met in het gangboord een heftig verontwaardigd persoon die luidkeels in zijn telefoon oreert over dat jacht dat in de sluis ligt en er niet hoort te liggen omdat híj moet schutten. Met wie hij in gesprek is wordt ons niet duidelijk maar wij zijn bij wijze van spreken al de sluis uit voor de deuren open zijn om verdere problemen te voorkomen. Achteraf denken wij gisterenavond afgemeerd te hebben in een geschakelde sluizenketting, hoewel wij wel gespot zij door de VNF. Na de koffie gaan E&S te voet naar de volgend sluizen, vangen de toegeworpen lijn van St. op en bedienen zo nodig de stang voor de schutting. Het is een wat vreemde situatie: je krijgt aan het begin van het kanaal een afstandsbediening die je bij de ene sluis wel kunt gebruiken en bij de volgende sluis is het weer een stangbediening en een aantal sluizen zijn gekoppeld via een radarsysteem: je moet gewoon ter plekke zien wat wel/niet werkt. Al met al varen wij vandaag zo gunstig dat wij uiteindelijk nog vóór zessen in Heuiley Cotton liggen, tussen de laatste sluis en de tunnel. Wij gaan niet nog 1 1/2 uur verder door de tunnel maar blijven hier voor een donkere nacht en spreken met de sluiswachter af om morgenochtend 9 uur verder te gaan. Het lijkt najaar door de regenbuien en de koude wind, de zon laat verstek gaan.
We hadden een voorspoedige vaardag, vooral ook door de assistentie van St&E die bij het schutten het werk van Sanne overnamen en passeerden 31 sluizen. Vandaag kwamen wij 2 spitsen tegen, 1 jacht ging 2 sluizen met ons op en 2 jachten gaan af, en dat is het dan. Wel een paar keer opgeroepen omdat een sluis niet reageerde op de afstandsbediening maar dat was snel verholpen.
Vrijdag 29 juli. Om 8.50 heeft Jack kontakt met de VNF: wij mogen de tunnel in. Ondertussen horen wij op de marifoon ook een gesprek tussen 2 schepen over de tunnelpassage. Tot onze verrassing blijken zij vóór ons bij de tunnel te liggen waardoor wij achter een brede platbodem uit Middelharnis met een bejaard echtpaar komen te varen. Zij varen met de mensen uit Geertruidenberg die wij afgelopen jaar in Serignac hebben leren kennen en die met de Marie Helene van Dirk en Aagje in Mounteban hebben overwinterd. Héééél langzaam de eerste helft , dan een bééétje sneller, door de tunnel achter hen aan. De sluis achter de tunnel gaat redelijk (langzaam) maar voor de daarop volgend sluis blijven wij achter Middelharnis steken. Het echtpaar voor ons heeft geen enkel idee iets te doen en blijft gewoon wachten op wat er gaat gebeuren, dus er gebeurt niets. Uiteindelijk gaat Jack de wal op, hoort van de schipper dat hij niets heeft gedaan, zich gisteren niet had gemeld voor de tunnelpassage en gewoon achter Geertruidenberg was aangevaren en nu wacht op wat wij doen.
Jack belt om 11.50 de VNF die spoorslags! (om dit tijdstip zijn wij gewend dat het dan na de middagpauze wordt) komt en ons uit de problemen helpt. Ruim half een liggen wij dan aan de steiger in Langres. St. en Sanne, na de lunch naar de super voor boodschappen, om half 4 geen zin meer om aan te varen dus ontspannen in de stuurhut, met deze en gene min of meer bekende bootjesmensen in de haven gebabbeld en na het eten maken E. en S. nog een ommetje. Jack heeft net als gisterenavond een geweldige aanval van hoofpijn die deze keer iets sneller over gaat dank zij mede de medicatie van zijn beide privé-artsen. De zon heeft zich vandaag weer af en toe laten zien, op die momenten is de gevoelstemperatuur direct een stuk aangenamer, maar het is overwegend koud.
Zaterdag 30 juli. Ruim vóór 9 uur aangevaren, de sluis staat al voortijdig open en wij varen gelijk in, besluiten dan om toch maar zelf te schutten omdat geen sluiswachter te zien is, en varen door naar de volgende sluis waar 3 jachten wachten op afvarend verkeer. Een spits kwam ons onderweg hierheen al tegemoet en er vindt een herverdeling van de afvaart plaats. Wij gaan nu in de tweede schutting met de Funny uit Gent, een klein jacht met 2 mannen aan boord. Zij varen voorop, wij krijgen geen enkel kontakt met hen, zij blijven steeds op grote afstand vóór een sluis wachten tot de deuren open zijn om dan pas uiterst langzaam aan te varen de sluis in….om bij in slaap te vallen! Onderweg nog 2 keer een tijd moeten wachten op een opgaande schutting, telkens een jacht en ook de enige 2 van vandaag. Wij willen wel erg graag minstens Chaumont halen en liever nog verder komen vandaag. De niet al te vlot werkende sluiswachteres van de laatste 3 sluizen laat echter weten dat zij om 18 uur stipt stopt en betwijfelt of wij Chaumont halen. Per marifoon laten wij dit de Belgen voor ons weten (het blijkt dat zij in Chaumont willen overnachten) waarop hun laconieke antwoord is “we zien wel waar we straks liggen” en er wordt nog steeds geen tempo gemaakt. Pas als we over zessen de laatste sluis in- en uitvaren wordt op de laatst paar honderd meter vóór de haven plotseling het tempo door de Belgen (wat veel) hoger gezet. Kennelijk bang dat er geen plaats is. We halen de haven dus nog net.
Maar goed, het weer was vandaag lekker als de zon scheen (wat slechts af en toe gebeurde) en voor driekwart bewolkt en onaangenaam met een koude noordenwind. E. stapte bij de sluis vóór Rolampont af en vertrok met de fiets om ons een sluis verder te verrassen met heerlijk vers gebak waarvan wij in de op dat moment warme zon genoten.
Wij spreken met de sluiswachter af voor de schutting morgenochtend om 9 uur. ‘s Avonds hoort Jack op de capitainerie dat wij morgenochtend weer met de Funny ingedeeld zijn. Wij nemen ons voor om als eerste de sluis in te kunnen en door tempo te maken wat beter op te schieten.
J. had opnieuw, nu na het eten, last van enorme hoofdpijn.
Zondag 31 juli. Om 8 uur vertrekken de eerste jachten die net als wij om 9.00h de sluis besproken hebben. Wij willen graag vanavond in Joinville afmeren en gaan met de Belgen in de tweede schutting. Op zich gaat het vlotter omdat wij tot vlak voor de sluis doorvaren en niet een kilometer van tevoren wachten tot de sluis volgelopen is waarbij de Belgen ons nu volgen. Alleen onderweg nogal eens pech omdat we moeten wachten op tegenliggers voor of in de sluizen en een keer een spits die achter ons opkomt. Ook moeten wij een paar keer de VNF oproepen voor problemen in de sluizen. Wij besluiten daarom in Donjeux aan een steiger af te meren achter de Obelix uit Oudenbosch. Een fijne plek om te overnachten, aanvankelijk nog enig landbouwverkeer maar later heel stil en rustig. Op de wal water en electra. De Funny sluit achter ons aan en de opvarenden zijn ook vandaag erg op zichzelf.
E&S verkennen het dorp, de hoofdstraat bestaat merendeels uit vervallen of onbewoonde huizen met daarnaast weer wat nieuwe woningen. Voorzieningen lijken op het eerste gezicht niet aanwezig. Langs het kanaal een marmerie met veel oude grafstenen en brokstukken.
De bewoners van de Obelix zijn evenals o.a. de mensen uit Werkendam die wij gisteren in Chaumont tegenkwamen, niet erg te spreken over de houding van de VNF in het kader van de voorlichting over het sluisincident op het Canal de L’Est Sud: zij werden niet geïnformeerd over de sluiting en zelfs nadat zij van andere schippers hoorden dat de route voor een langdurige periode gesloten zou zijn zouden medewerkers van de VNF ontkend hebben dat er problemen waren. En na soms enige dagen verder gevaren te hebben moesten zij toch terug.
Het weer is vandaag niet wat je hier nu verwacht: wisselend bewolkt, een enkele keer even de zon maar een gure noordenwind, koud.
Maandag 1 augustus. Jack is vroeg op, wakker door de hoofdpijn. De temperatuur is beneden elk (verwacht) peil. Om 6.40 zijn de Belgen al flink onrustig, starten de motor, zetten die af, starten opnieuw en laten die lopen tot zij om 7.10 vertrekken. Obelix is om 8 uur ook weg en wij volgen om 9 uur om in Joinville zo’n 2 uur later een volle kade aan te treffen waar Obelix en Werkendam driekwart van de kade bezetten. Wij varen een stukje verder en zien daar een prachtige steiger bij een restaurant waar wij gastvrij kunnen liggen en boodschappen doen.
Verder, richting St Dizier, waar we vandaag zouden willen arriveren, maar door hindernissen bij sluizen (spitsen die voorrang hebben) en ophaalbruggen (waar niet alles comme il faut gaat) blijkt al spoedig dat dit een utopie is. Daarom een plekje aan een steiger in “de wildernis”voor vanavond uitgezocht, maar daar aangekomen blijkt de Jolie Coeur er afgemeerd te liggen. Tot onze verrassing heeft dit schip uit Nederland, een paar jaar geleden gekocht door een Amerikaans artsenechtpaar, nu een nieuwe (Engelse) eigenaar.
Wij vinden dan ruim een kilometer verder en voorbij de sluis aan de kant een plek waar het diep genoeg is om af te meren. Op het land wordt druk gewerkt om de rogge te oogsten (met de nodige stofwolken) maar dat werk is tegen de avond afgelopen. Vóór het eten fietsen E&St. een rondje en brengen voor Jack medicijnen mee tegen zijn hoofdpijn. En na de maaltijd gaan E. en Sanne te voet op onderzoek naar het dorpje dat een kilometer verder op een T-splitsing ligt met een kerkje precies op de splitsing en een kerkhof er omheen met opmerkelijk veel Pools/Russische? namen op de graven. Het is een oud dorpje met vervallen of onbewoonde huizen maar even verder tot grote verrassing een nieuw shopping-center en dan nog een halve kilometer verder een compleet nieuw dorp.
Om 22 uur terug aan boord en in de stuurhut (het weer is aanmerkelijk aangenamer dan de voorgaande dagen) de dag afgesloten met een flink glas wijn.
Dinsdag 2 augustus. Na een rustige, stille en warme nacht (met in de verte en vroege ochtend een trein hoorbaar) worden we bij uitzondering vroeg gewekt door de zon aan een strakblauw uitspansel. Snel in de kleren, onze buurman was al vóór 8 uur weg en wij gaan tegen negenen. Al bij de 2e sluis hebben wij assistentie van de VNF nodig en daarna nog eens; tot nog toe nooit al te lang hoeven wachten. Voorspoedig door St. Dizier tot we in Perthes lang moeten wachten op een jacht dat problemen heeft bij het uitvaren. De locale tienerjeugd is rond de sluis aan het spelen/klieren. Wij varen zodra mogelijk de sluis in maar de deur gaat achter ons niet dicht- een van de aanwezige jongens vertelt ons dat het uitvarende jacht iets verloor met dit gevolg. J. maakt een foto van de (klierende) jeugd waarop een van de jongens boos reageert en vertrekt op zijn brommer. De VNF opgeroepen, die snel komt terwijl de jongedames en heren steeds hinderlijker worden en bij verschijnen van de VNF even vertrekken. Nadat een grote tak achter een van de deuren verwijderd is kunnen wij verder schutten. Bij het uitvaren is de jeugd terug, na vertrek van de VNF-man, en bekogelt ons en het schip met modder, reden om daarna al varend het schip te wassen. Op het tussendek blijken er wat kleine beschadigingen door de steentjes die met de modder meekwamen. Enige sluizen verderop weer de VNF om assistentie gevraagd omdat het sluismechanisme niet werkt. Wij krijgen dezelfde man als bij de vorige sluis waartegen wij ons verhaal over Perthes houden. Volgens hem zijn er dagelijks problemen en forse vernielingen bij die sluis door de jeugd en de gendarmerie zou op klachten van de VNF niet reageren/handelen.
Wij varen door naar Vitry le Francois waar we aan de buitenkant op de laatste plek nog vast kunnen maken. ‘s Avonds door het centrum gewandeld en na een relatief zonnige dag en sombere avond te bed.
Woensdag 3 augustus. Al vroeg passeert een ongeladen spits richting zuiden, dus ben je ook gelijk wakker. Na de boodschappen en water tanken gaan wij het Marne-Rijnkanaal op. Het is somber en regenachtig weer maar niet koud. Bij de eerste sluis (electrisch) krijgen wij een apparaatje mee om zelf de sluizen te bedienen (tot in Bar le Duc automatisch, dan melden bij de VNF als je door wilt en dan verder tot de trap van 12 sluizen bij de tunnel). Bij afmeren in deze trap weer melden bij de sluis om verder te kunnen komen. Onderweg gaat het gesmeerd bij de sluizen. Het weer wordt minder er we krijgen regelmatig wat nattigheid over ons heen. Els en Sanne lopen regelmatig op het jaagpad naar de volgende sluis, geen inspanning want de sluizen liggen dicht na elkaar en onderweg is er regelmatig iets te plukken: fruit en mooie bloemen.
Ons plan is om in Revigny de nacht door te brengen en daar aangekomen blijkt de Seegull er al te liggen. Gelukkig kunnen wij er nog wel bij, het is een plek waar we vroeger al tevergeefs probeerden te liggen naast een VNF-werkbasis, rustig en donker. Het dorp ligt iets van het kanaal af, er is nauwelijks verkeer en ook de agrariers houden zich vanavond koest.
Donderdag 4 augustus. Het is nog droog en goed bewolkt als we onze oogluiken open doen. Op het VNF-terrein is het druk: vrachtauto’s, werktuigen en een aantal mannen die daar mee bezig zijn. Wij hebben geen haast, we willen naar Bar le Duc om een trein naar Auxonne, waar St. de auto gaat halen, te regelen. Om even half 10 vinden wij het een goed moment te vertrekken en al varend wordt het zonniger en warmer. Even voor Bar komt een jongedame ons melden dat zij de bruggen voor ons zal bedienen waar wij niet onderdoor kunnen. De sluizen kunnen wij zelf bedienen (zijn automatisch). De haven van Bar le Duc bestaat uit een kant (waar al 2 jachten liggen en wij niet bij kunnen) en een paar korte vingersteigertjes (waar we ook niet aan vast kunnen maken), water en electra. Wij varen enkele meters verder en meren dan aan de kant (verlengde van de haven) af vanwaar we uitkijken op de achterkant van het station. Jack gaat met St&E naar het station om te bekijken of nog een betere route naar Auxonne te regelen valt dan die hij al op internet had uitgedokterd. Het blijkt geen overbodige luxe dat hij mee gaat: de lokettiste vraagt eerst of Auxonne in Duitsland ligt, bedenkt zich vervolgens dat de reis via Parijs zou moeten (2 keer overstappen en een paar uur extra reistijd). Uiteindelijk wordt de reis toch zoals Jack had uitgezocht, via overstap in Vitry en Dyon geregeld. Daarna St&E naar het stadje, komen met heerlijke kaas terug en heeft Jack van de kapper aan boord gebruik gemaakt.
Vrijdag 5 augustus. Het miezert om 8 uur, het giet om 10 uur. St. gaat per trein naar Auxonne om de auto te halen en wij met de boot naar Ligny en Barrois waar we een plekje in de haven hopen te krijgen. Een groot Belgisch jacht, de Domino die qua bouw zijn naam eer aan doet, was een uur eerder uit de haven richting Ligny vertrokken. De hele tocht regent het veel, desondanks verloopt de reis voorspoedig tot 3 sluizen vóór Ligny, waar een jacht met 3 oudere mensen uitvaart en de lichten voor ons op dubbel rood komen. De VNF heeft wat tijd nodig om het euvel te komen verhelpen en terwijl het al donkerder en dreigender wordt varen wij door naar de volgende sluis, als een geweldige regen/onweersbui losbarst. Weer een paar honderd meter verder ligt de laatste sluis voor ons vandaag en wij zien de bliksem daar zijn werk doen: de electra en daarmee de sluisbediening wordt getroffen. Opnieuw komt dus de VNF in actie en kunnen wij even later doorvaren naar de haven waar we precies op tijd nog ons aanlegplekje kunnen bepalen aan de steiger. De Domino ligt er al en even later meert een Australier zijn grote platbodem bijna óp i.p.v. áán de kade af. Blij dat de steiger niet zo lang is dat hij achter ons zou gaan afmeren. Hij vertelt later dat zijn achteruit kapot is. Op zoektocht door het centrum zien wij een kebebzaak die ook frites heeft: het avondeten is hiermee direct bepaald: frites, biefstuk, sla met toebehoren. St. is ondertussen ook gearriveerd met de auto, hij was na een voettocht van een paar kilometer van station Auxonne naar de haven aldaar rond 17 uur vertrokken. Wij eten nu laat in de stuurhut. En hoewel de haven omgeven wordt door aan een kant een camperplaats en aan de andere kant een druk bezocht parkje/picknickplaats is het in de avond rustig. Het boemelspoortje van de oost-west-verbinding (met een stationnetje hier dat naast de haven ligt), wordt sinds enkele jaren niet meer gebruikt.
In de avond en nacht is het rustig, tegen de ochtend veel verkeer.
Zaterdag 6 augustus. Miezerig weer. Omdat de afvoerpomp lang blijft lopen controleert Jack de zaak en blijkt er wat water onder de luiken te staan. Jack en St. zijn daar uren mee bezig, zien wel wáár het lekt maar kunnen de oorzaak niet vinden. Rond de middag barst net als gisteren een noodbui los en in een mum van tijd staan de straten blank en kolkt het water in de afvoerputten.
Na de lunch vertrekken we richting tunnel; het weer wordt er niet beter op. Sanne rijdt de auto naar sluis 15 waarboven wij eerder (een aantal jaren geleden) een aardige aanlegplaats zagen. Onderweg nog even wat ingekocht bij een supermarkt net buiten Ligny. Inderdaad is die aanlegplek nog intact, er is nu een picknick tafel geplaatst en er ligt een Frans jacht, de eigenaar is aan boord en zijn auto met aanhanger staat er naast. Waarschijnlijk zijn vaste zomerplek, de rubberboot ligt opzij. Wachtend in de hoosbui arriveert de Artemis met een verzopen bemanning (al vond deze dat het wel meeviel) ongeveer een uur later. Ter tegemoetkoming aan de noodzaak om af te moeten meren in de stromende regen gaat het op dat moment “zachtjes” regenen en in de loop van de middag wisselen hard en zacht regenen elkaar af. Het is gelukkig niet echt koud, al is dit geen weer “Frankrijk eigen”. In de avond ook enkele droge momenten en dan slapen wij, zoals het gezonde mensen betaamt, ongestoord door licht, regen of lawaai, de nacht rond.
Maandag 7 augustus. Om 7 uur een flauw zonnetje, om 8 uur bewolkt, daarna wisselend met een frisse wind achterin en minder koud wanneer de zon even doorkomt.
Omdat we gisteren in een automatische trap afmeerden, melden wij ons bij de eerste sluis (no 14) en een minuut later staat de sluis voor ons open. Sanne is hier naar toe gereden met de auto via een onmogelijk paadje dat bij de sluis doodloopt, en laat St. de auto draaien omdat zij het maar eng smal en te dicht bíj en hoog bóven het water vindt. Daarna gaat de reis verder naar Demangeaux-Eau waar we bakboord richting tunnel moeten. Vanaf Demange zullen St&E per auto terug gaan naar huis. Wij hopen dat de voorruit, die ondertussen een diagonale barst over de hele lengte heeft, het tot in Nederland volhoudt. De QuickFit heeft al bevestigd dat hij de auto 11 augustus verwacht en St. zal e.e.a. regelen, waar we erg blij mee zijn.
In Demange heeft de grote Domino midden op de steiger afgemeerd, er voor noch er achter is voldoende ruimte voor ons, de eigenaar is niet aan boord en het schippersechtpaar dat voor hem vaart wil graag eerst toestemming van de eigenaar alvorens op te schuiven. Gelukkig voor ons komt niet lang daarna die eigenaar aan boord en vertrekken zij naar de tunnel. Na de lunch vertrekken ook onze fantastische helpers/gezellige gasten naar huis en gaan wij achter de Jutta (uit Hamburg) die ons inmiddels voorbij is gevaren, richting tunnel. Wij hadden de stille hoop morgenochtend als eerste de tunnel in te kunnen, helaas. Maar wij zien tot onze verrassing dat de Jutta voorbij de bocht aan de aanlegkade vastmaakt, hij is verder gevaren maar teruggekomen omdat hij het te smal vond worden vlak voor de tunnel. Gezien onze eerdere ervaringen en de weinig duidelijke schriftelijke informatie, wagen wij het er op en gaan we door tot waar de “trekschuit” ons morgenochtend ophaalt. Tegen de avond komt het “konvooi”van de andere kant door de tunnel: een sleper zonder sleep en een jacht dat op eigen kracht vaart. Dus wie weet mogen wij morgenochtend zelf varen (wat onze voorkeur heeft). De tunnel is nu (avond) geblokkeerd door het sleepschip met een grote slagboom er voor. En wij zijn sinds vanmiddag vanaf sluis 1 telefonisch niet meer bereikbaar. Voor het eerst dat wij opmerken dat het ook aangegeven wordt op de wal.
Wij overnachten hier tussen hoge wanden, omgeven door bomen, in het pikkedonker, geen geluid behalve dat van onszelf en van de nachtdieren. Als altijd reageert Jack onmiddellijk als omstreeks 23.00 uur het ons onderhand overbekende dagelijkse geluid van het tikken van de regen te horen is en valt in diepe slaap. Heerlijk zo’n rust (!) .
Maandag 8 augustus. Enige stevige buien vannacht zorgen voor flinke afkoeling zowel buiten als binnen en het is koud. Jack heeft al vroeg de koffie en thee klaar en om 8.15 wordt de motor gestart. De Jutta vaart ondertussen al vlak achter ons, hij wil graag gesleept worden omdat zijn motor erg rookt. Wij varen liever op eigen kracht en de 3e, een frans jacht, vaart ook liever zelf. De VNF laat het liefst ieder zelf varen en is blij dat de Jutta geen probleem heeft om als laatste te gaan zodat niemand last van zijn uitlaatgassen heeft. De tunnel is (spaarzaam) verlicht en met onze bouwlamp er bij gaat het uitstekend. Zelfs als halverwege de ramen plotseling beslaan, een ons bekend probleem, weet J. de wanden te ontwijken. Het enige moeilijke is het tempo van de electromotor vóór ons te volgen: tergend langzaam en dat ongeveer 5 kilometer lang. Als wij ruim een uur later de tunnel uitvaren worden wij verwelkomd met een stormachtige hoosbui, de eerste van de vele vandaag. Bij de eerste sluis staat de sluiswachter al klaar om ons te schutten, wij gaan alleen, de andere twee moeten samen na ons. Er staat ruim water en als gewoonlijk stromen de automatische sluisjes (12 in een trap tot Void) over. Onderweg komen wij 2 schepen tegen die vanmiddag door de tunnel kunnen.
Om 13.30 draaien wij het Canal de la Meuse op en bedienen de sluis met het apparaat dat wij bij de laatste sluis van de trap kregen. Ook hiert weinig scheepvaart, we komen vanmiddag 2 schepen tegen. In Commency liggen een paar jachten aan een nieuwe steiger aan de andere kant (onderzijde) van de brug bij een terrein voor campers. Wij varen door naar Sampigny waar wij om 16.45 het rijk alleen hebben. Omdat wij niet weten tot hoe laat wij kunnen schutten wagen wij de gok niet om St. Mihiel nog te halen. De buiïgheid neemt af en na het eten gaat Sanne nog even het dorp in : het stationsgebouw ziet er nu nog mooier uit dan enkele jaren geleden (door nederlanders opgeknapt) en niet te herkennen van uit de jaren ‘80 en ’90. De bakker is vertrokken, er is nog een kroeg, een postkantoor dat beperkt open is en nog 1 epicerie(tje). De bouwval naast de kerk is nu kennelijk in een staat dat je er weer langs mag lopen. Het lijkt bewoond al zitten er nog steeds grote scheuren in de muren. Vanaf de aanlegplek (sans outillage nog steeds) is de route naar het dorp opgeknapt en ziet er verzorgd uit. Mooi rustig plekje.
Nog steeds echt augustusweer ? in Frankrijk?!! Morgen wordt het niet koud: 17 graden. De was stapelt zich op, het droogt voor geen cent en wij zitten met een dike trui aan binnen. En Jack heeft nog elke avond hoofdpijn – vervelend en merkwaardig. Morgen willen wij graag naar Verdun.
Dinsdag 9 augustus. Vannacht meerdere keren kletterende regen, een fijn idee als je in je bed ligt maar je wordt er wel wakker van en het is deprimerend als je opstaat en het miezert. We hebben geen mens gezien, zomin gisteravond als vanochtend. Tegen 9 uur de motor gestart en natuurlijk begint het op dat moment weer hard te regenen, dus weer drijfnat. Bij het wegvaren valt ons op dat het kanaal net als het Marne Rijnkanaal, overgroeid raakt met waterplanten. In het heldere water zijn ze te zien tot op de bodem, prachtig mooi, met alleen in het midden een vaargeul die nog redelijk vrij is. Ook zien we weer veel ijsvogeltjes langs de oever vliegen en struiken vol bessen: vlier, vogelkers, mei- en sleedoorn, gelderse roos, rozenbottels en (onrijpe) bramen en nog meer waar ik de naam niet van weet. Ook hebben wij het idee dat hele stukken gekanaliseerde Maas, en m.n. het stuk tot even voor St Mihiel, bezig is te verzanden.
Vanaf sluis 11, Rouvrois, is het weer handbediening en zit er op elke sluis een sluiswachter. Wij horen dan ook steevast van hen dat het koud is en zij noemen het winterweer. Wij kunnen het niet ontkennen, het giet en stormt, maar als wij in de middag de laatste 2 sluizen doen is het droog. Wij hopen in Verdun een plekje te kunnen bemachtigen om de was te doen en de onbetrouwbare afvoerpomp te repareren maar helaas ligt aan beide kanten de kade vol. Wij hadden er al rekening mee gehouden omdat je hier gratis ligt (wat iedereen wel bevalt) en er veel jachtbewoners er dagen tot weken hun vakantie doorbrengen waardoor passanten geen mogelijkheid krijgen om er 1 of 2 dagen te verblijven. In de vele keren/jaren dat wij hier waren is het ons maar een enkele keer overkomen dat er een plek was zodat wij de stad in konden. Wij varen ook nu als gewoonlijk door naar de port de commerce waar bijna nooit iemand overnacht (geen voorzieningen, een hoge kade waar je beperkt vast kunt maken maar vanwaar je heel makkelijk uitgebreid kunt fourageren). Dus S. naar Leclerc, J. in gevecht met de afvoerpomp. Uiteindelijk de oorzaak van het probleem gevonden: een draadje van de stroomvoorziening van de hevel is doorgerot. De nieuw geplaatste hevel geeft een ander probleem: de hevel komt onvoldoende omhoog. Na een laat avondeten en ampel bespreken het probleem laten rusten om tegen middernacht tot de ontdekking te komen dat het rond de “ligplek”verbijsterend stil is en ook veel minder licht dan bij de haven.
We ontvangen bericht van de TS2 dat zij in Stenay zijn, wij proberen daar morgen aan te komen om hun te ontmoeten: wordt morgenochtend dus een “vroegertje”.
Woensdag 10 augustus. Het weer belooft wat beter te worden. We vertrekken op tijd, wachten de bakker niet af. Het is fris, de vaart stil, de Artemis (vreselijk) vuil door alles wat onderweg van de bomen is gekomen en wat de regen meebrengt. Ook bij het schutten komt veel vuil op het schip. Onderweg wat tegenliggers en we moeten regelmatig wachten bij sluizen. De laatste jaren lijkt overigens de communicatie tussen de sluizen duidelijk verbeterd.
Als wij tegen vieren in Dun zijn en er een plek aan de steiger vrij is besluiten wij niet verder te gaan vanwege het risico dat wij Stenay niet halen. De sluizen werken maar tot 18.00h uur en vanaf hier zijn ze weer automatisch. Snel aan de stroom, het is droog en de zon schijnt en daarom vlug (de eerste keer deze reis) de wasmachine aan het werk gezet. Als de 2e was gedraaid heeft zijn de theedoeken van de eerste al weer droog. De laatste was opgehangen om 20 uur, gegeten waarna Jack de watertanks vult en Sanne de afwas doet. Hiermee net klaar ziet zij voor het keukenraam 2 bekende schoenzolen die vertikaal in de Maas verdwijnen. Zwaar geschrokken naar buiten waar Jack net weer boven water verschijnt. Snel de zwemtrap uitgehangen en de drenkeling kan zich zelf, zij het moeizaam, met een dik pak kleren en zware schoenen vol water, uit het koude water hijsen. Zeer opgelucht. Een geweldige lachbui (reactie op de schrik?!) volgt vele minuten lang en daarna wordt de wasmachine nog eens 2 keer in werking gezet terwijl de paar biljetten uit Jack’s portefeuille aan de waslijn binnen te drogen worden gehangen. Gelukkig waren de sleutels niet verdwenen en zat zijn telefoon toevallig niet in zijn borstzak op het moment van de duik.
(Achteraf bleek dit wel de meest gunstige avond om overboord te gaan: het duurde maar 2 dagen voor de was die binnen hing, droog was, dit i.t.t. het weer dat nog dagen regen bracht).
Donderdag 11 augustus. Om zeker te zijn van vers brood al vroeg naar de enige bakker die open is en gisteren uitverkocht was. Na het ontbijt kuist J. de sporen van zijn duik van gisterenavond en vervolgens het hele schip terwijl S. dit binnen ter hand neemt. Dan naar Stenay waar T&T van de TS2 op ons wachten. Wij verwachten er vóór de middag te zijn maar de VNF had het anders bedacht: al bij de eerste sluis geen electriciteit, dus de sluis werkt niet. Achteraf horen wij dat dit probleem al weken bestaat. De Luxemburgers die al geruime tijd eerder uit Dun waren vertrokken, dobberen voor de sluis en hebben de VNF gebeld. Als de VNF enige tijd later komt is het euvel snel verholpen en gaan wij achter de boot uit Luxemburg de sluis in. Het schutten gaat in normaal tempo maar uitgevaren zitten wij achter het andere jacht dat meer dobbert dan vaart en ook naar Stenay wil. Met Theo afgesproken dat zij een plaats voor ons vrijhouden en ruim een half uur later dan gepland komen wij al dobberend de haven in waar wij achter zijn schip kunnen afmeren. Nog maar net gezellig aan de koffie of Stoffel belt dat hij en Wytske nu uit Groningen vertrekken en vanavond bij ons in Stenay aankomen. Een gezellige verrassing.
Na de lunch nog even wat extra’s gehaald. Het is even zoeken: de Intermarché is opgedoekt, de Aldi heeft zich gevestigd een paar kilometer terug naar Verdun en de Lidl ligt aan de andere kant van het stadje. Wij borrelen met Theo en Tiny in de stuurhut en als Stoffel en Wytske tegen 19.30h gearriveerd zijn, eten wij in de stuurhut; omdat de temperatuur net niet beneden peil is, volgt de koffie ook buiten. Goed 23.00h wordt opgebroken om te gaan “pitten”.
Vrijdag 12 augustus. Iedereen zegt goed en rustig te hebben geslapen. Het was ook stil vannacht. De steiger die gisteren helemaal vol raakte met voornamelijk nederlandse jachten (rondje Toul), wordt al leger en leger. Stoffel en Wytske vertrekken rond 9 uur richting Annecy en Jack gaat naar het centrum om wat zaken te regelen. Ondertussen wordt de vaat afgewerkt en de hutten weer in orde gemaakt en gaat Sanne nog even op de markt snuffelen. Theo en Tiny hebben wij uitgezwaaid, zij gaan naar Mouzon. Omstreeks 11 uur bedenken wij ons dat wij ook maar eens aan moeten varen en vertrekken even later. De temperatuur is niet onaangenaam dankzij de windstilte, het miezert te veel om droog te blijven en te weinig voor een regenjack. Wij varen een huurjacht achterop dat 1 schutting met ons meevaart om in Pouilly te lunchen en dan terug gaat, komen 1 Fins zeiljacht tegen en 1 Nederlands jacht dat probeert onder Alma aan een ongelukkige kant af te meren. Overigens is de bijzonder rustige VNFplek boven Alma verder opgeknapt en ook nog voorzien van een nieuwe barbeque. In Mouzon T&T nog eens gegroet en verder naar sluis Remilly-Aillicourt waar we aan de ons bekende bolders vastmaken en ons weer in niemandsland wanen. De regen die vanmiddag soms bij bakken viel, neemt in de loop van de avond af. En de temperatuur is redelijk aangenaam. Er komt deze avond welgeteld 1 auto langs naar een huis dat nog bewoond wordt. Verder stilte. Morgen hopen wij bij wat droger weer naar het tankstation in Pont a Bar te varen, 2 sluisjes het Canal des Ardennes op. Verder gaat onze planning nog niet.
Zaterdag 13 augustus. Vanochtend is het voor de verandering eens droog, de temperatuur niet ijselijk en de lucht als gewoonlijk grauw. Om 8.50 gestart, de sluisdeuren zijn volgens schema om 9 uur open en de sluis is gevuld. Een tegenligger ligt beneden al te wachten. Onderweg zien wij voor Sedan enkele (lege) nieuwe aanlegsteigertjes voor één schip, de haven van Sedan ligt bepaald niet vol. Bij de sluis direct daarna gebeurt er iets wonderlijks: de lichten worden rood-groen, de sluis loopt vol, de deuren gaan ongeveer een meter open en vervolgens weer dicht en de lichten op rood. Een tegenligger beneden? Een minuut of meer later worden de lichten groen en gaan de deuren open. Heeft iemand achter ons op afstand bediend? Wij varen in, zien niemand achter ons, de schutting verloopt normaal en ook bij uitvaren mens noch schip te bekennen. Een programmeringsfoutje?? Voorspoedig verder, om 11 uur zijn we het Can. des Ardennes al opgeschut. Op het moment van afmeren bij het tankstation achter de 2e sluis komt de Obelix ons tegemoet gevaren, gevolgd door de Ouwe Jonge. De Obelix had vanaf Vitry de kortere route via Reims genomen. Sanne op zoek naar een bakker die er niet is. Als er later wel een bakker met zijn busje arriveert bij het café op de hoek, probeert Sanne tevergeefs harder te lopen dan het busje rijdt, dus helaas voor Jack geen vers stokbrood. Wanneer we naar de 1e sluis terug varen meldt Theo dat hij het kanaal op dat moment voorbij vaart, op weg naar Charleville. Terug op de Maas varen wij met de Clochard uit Rijckholt, ook een platbodem, even lang maar een meter breder, samen op tot Charleville waar deze de haven aandoet en wij doorvaren. Ondertussen meldt Theo dat Charleville vol ligt, hij nog een plek heeft kunnen vinden en de Clochard aan een ander jacht gaat afmeren. Wij hopen nu in Bogny een plekje te vinden, maar veel kans is er niet nu het zo druk blijkt te zijn op dit stuk. Lumes lag vandaag ook al vol. Vanaf de hoge sluis van Charleville hebben wij al regen en het is daarbij gelukkig niet koud. Nauwelijks vaarverkeer.
In Bogny ligt de steiger met 4 jachten vol, dus varen wij een stukje terug richting sluis om aan de hoge kade (bolders en ringen) vast te maken. Wij weten dat het er diep genoeg is. Jack maakt het peilglas van de dieseltank schoon -er zat vanmiddag een propje vuil in waardoor we een litertje teveel tankten- gelukkig geen dieselbacterie. De eigenaar van een opvarend Duits jacht uit Koblenz die bij ons komt liggen, klaagt over de schuttijden in Belgie: gewoonlijk had hij een paar uur moeten wachten bij de sluizen wegens de drukke beroepsvaart. Nu we dit horen stappen wij van ons idee af om door de week Luik te passeren. Dus plannen wij toch weer volgende week zondag voor de “uitvaart” uit Belgie .
Zondag 14 augustus. Vannacht gestaag regen, afgewisseld met hoosbuien en in de ochtend is het niet anders. Wij willen naar Revin: voor een plaats daar moet je aankomen wanneer anderen vertrekken en dus willen wij op tijd weg. Alleen….wie vaart er met dit hondenweer uit? Wij gokken het maar en even na 8 uur zijn we vertrokken.Op de andere schepen is nog geen leven te bekennen. En alleen fanatieke, half verzopen vissers langs de kant. Tegen 9 uur bij de sluis van Monthermé, geen licht op de sluis maar even later gaan de lichten aan. Kennelijk is de bediening op zondag van 9.00h tot 18.00h. Zowel bij de eerste als de tweede sluis wachten wij op een tegenligger. Onderwijl betwijfelen wij sterk of er in Revin een plaats vrij is en als wij dan in Laifour een groot stuk van de kade vrij zien besluiten wij daar na ongeveer 2 uur varen in de stromende regen, te blijven liggen. Een uur later arriveren ook Theo en Tiny waarna nog 2 jachten die in Bogny lagen en de kade is weer vol. In de middag wordt het weer droog. Weer eens het dorp ingegaan: opnieuw veel voorzieningen die er voorheen waren, verdwenen. De bar-tabac heeft een depot de pain en is een beperkte voorraad van enkele soorten groente/vlees in blik en flessen frisdrank te koop. Het dorp lijkt uitgestorven, in de hoofdstraat staan meerdere huizen te koop maar het kerkplein en de omgeving van het station (waar nog enkele keren per dag en m.n. in de spitsuren een trein stopt) zijn leuk opgeknapt. De dag verder doorgebracht met lezen, Jack heeft weer een geweldige hoofdpijnaanval.
Maandag 15 augustus. Om 8.00h een mager zonnetje boven de huizen en alles nog in rust behalve de haan en de kippen. Voor hen is vandaag (Maria ten Hemelopneming) nog altijd geen vrije dag. Wij proberen om 9 uur de eerste schutting te hebben en zijn na een klein half uurtje varen nog net een minuut te vroeg bij de sluis. Deze gaat dan even later in werking. Bij de tweede varen wij de Obelix die gisterenavond bij Laifour voorbij ging, weer achterop en gaan met hem de schutting in. Tijdens de schutting kon de voorlijn van hun schip niet meer tijdig losgemaakt worden en knapte deze, heel gelukkig zonder verdere ongelukken. Vervolgens varen wij, nu zonder de Obelix die meldt achter ons te willen blijven, verder. Vlot door naar Revin, het wordt al warmer. Tot onze verrassing komen wij al varend Bert en Hilda met de Allegro tegen die wij nog in Nederland wanen; zij zijn onderweg naar het zuiden.
In Revin is achter aan de kade nog een plek vrij, dus geluk. En aan het aangebouwde stukje achter ons kan dan wat later ook de TS2 aansluiten. De Clochard, een platbodem uit Maastricht die wij al jaren eerder en vaker in Belgie en Frankrijk zagen, komt bij ons opzij. In de loop van de ochtend is het een gaan en komen van jachten, in de middag moeten veel schepen hun heil (nachtverblijf) elders zoeken. De (gemeente)haven ziet er als gewoonlijk zeer verzorgd uit en het aangrenzende park is nu afgesloten aan de havenkant (ter bescherming van de bezoekers van de jachthaven). De waterslang wordt ‘s avonds nog steeds door de dame(s) van de capitainerie gebracht. Tussen 12 en 15 uur is het toilethuisje afgesloten en is ‘s nachts het toegangshek naar de haven met een code beveiligd.
Snel vóór 12 uur de boodschappen gehaald (vandaag zondagsregime), het restaurant waar we jaren geleden voortreffelijk aten, is vandaag helaas gesloten. Daarna met Theo en Tiny een wijntje gedronken, zij blijven nog even om te klussen. Voor het verblijf voor 1 nacht krijgen wij maar liefst 3 aparte betalingsbewijzen: voor verblijf, electriciteit en toeristenbelasting. De laatste is niet te vergelijken met die in onze haven of überhaupt in Nederland: 0,20 euro p.p.p.nacht.
Dinsdag 16 augustus. Het is nog somberder dan de voorspellingen aangaven en het drupt. Wij vertrekken weer redelijk vroeg, als 2e uit de haven achter een Belgisch jacht. Onderweg wordt het droog. Na een paar sluizen komen wij achter een jacht dat even verder besluit te blijven liggen, wat later sluit een huurjacht zich bij ons aan en samen gaan we door de sluizen en de tunnel van Han. Dit laatste duurt ruim een uur voor we dit geklaard hebben: eerst wachten op een jacht dat voor ons afvaart, dan een boot die tergend langzaam opkomt.
Een paar kilometer verder meren wij af aan de lege kade in Givet waar later de Clochard zich bij ons voegt. In het centrum van het stadje staan veel (winkel)panden leeg, de tabac/papieterie en de kleine Intermarché zijn verdwenen, alleen een kleine Carrefour met voornamenlijk kant en klare (magnetron)maaltijden is achtergebleven, dus noodgedwongen enige kilometers richting Beauraing naar het Centre de Commerce gelopen waar de Hypermarché zelfs nog een doos Tourtel in voorraad had die in dank werd afgenomen.
Terug aan boord nog even een praatje met de schipper van de Clochard wiens (klein)kinderen de stad in zijn en daarna trakteren wij onszelf op een heerlijke Italiaanse vismaaltijd met een verrukkelijke fles wijn bij Casa Mia. Soezerig en ietsje licht in het hoofd terug en snel onze kooi opgezocht.
Woensdag 17 augustus. Een prachtige morgen. Na het ontbijt gaat Jack naar de tabac maar komt onverrichter zake terug. Sanne weet dat de tabac is opgeheven en informeert bij het Office du Tourisme. Alleen bij het pompstation ver buiten het plaatsje worden nog tabakswaren verkocht. Maar een van de dames meent zeker te weten dat er nog een bar-tabac is en wijst de weg, via de achterdeur door een steegje, over binnenplaatsjes en poortjes, naar Place Mehul waar in een zijstraat inderdaad nog een bar-tabac is. De bar- een tafeltje, veel soorten sterke drank; de tabac, natuurlijk met lottoverkoop, -kleiner dan de kajuit. Maar wél La Paz-sigaartjes die in Belgie niet te krijgen zijn. Dus Jack vindt het niet zo erg dat het al met al nogal wat later is geworden voor we vertrekken. Al direct komen wij bij Les Quatre Cheminees achter de Ouwe Jonge waarmee wij verder afschutten. In Belgie bij Heer Agimont is de firma Leonard definitief gesloten en kan niet meer getankt worden. De kade ligt er nu leeg bij. Tussen Hastiére en Waulsort komen steeds meer bungalows te staan en op het Domaine de Bonsoi, waar we voorheen heel veel gasten en kampeerders zagen, is nu weinig activiteit te zien. In de haven Waulsort waar wij in een grijs verleden jarenlang elke zomer voor enige dagen tot weken met de kinderen verbleven, is nu ook op de lange steiger water en electra. Het oude Grand Hotel Regnier aan de overkant ziet er nog meer vervallen uit en staat opnieuw te koop.
De sluizen staan vanaf hier voor ons open en we kunnen er zo in. De lucht betrekt maar het blijft nog even droog. Daarom gaan wij aan de kade in Anhee vastmaken, we zullen wel wat meer lawaai van de weg aan de overkant en van de trein hebben maar in de loop van de avond neemt dat af en tot morgenochtend vroeg zal het dan wel rustig zijn. Het gaat af en toe licht regenen wat later over gaat in flink hard; een jacht dat naar Yvoir wilde, komt ons daarom noodgedwongen gezelschap houden. J. gaat na het eten direct te bed vanwege de hoofdpijn, S. blijft in de stuurhut lezen tot het donker wordt. Aan de overkant geeft de verlichting (spotlights) de bergwand een feeëriek aanzien. In dit dorp is een paar jaar geleden een flinke Intermarche geopend aan de doorgaande weg ter hoogte van ongeveer de sluis. Er tegenover is een broodautomaat. Zo nodig kun je hier makkelijk fourageren.
Donderdag 18 augustus. Tegen 7 uur worden wij wakker van een voorbijvarende spits. Jack direct uit de veren voor koffie en thee, Sanne blijft lekker dommelen. Om even 10 uur vertrekken wij en komen nog een paar jachten achterop. Onderweg sluiten wij ons weer aan bij de Domino en de Ouwe Jonge en schutten dan enige sluizen samen. Iedereen blijkt dan in Namen te willen overnachten. Wij zien een steiger die lang genoeg is en meren dan af, weer naast de Clochard. Het is warm en broeierig, de wasmand vol, dus toch maar een wasje ingezet. Net buiten opgehangen gaat het regenen, alles weer naar binnen, tussendoor bij Lahaize uitgebreid groente gekocht, opnieuw regen tijdens het eten en weer een leesavond met het nodige verkeerslawaai. Jack heeft vanmiddag vanwege de wasmachine de kabel uitgelegd. Het aansluitsysteem hiervoor is heel apart, te ingewikkeld voor mij om zo even te kunnen vertellen.
Vrijdag 19 augustus. Het regent zacht als ik om half 8 naar de bakker loop en achter de buurvrouw in de rij aansluit. Om 8 uur achter de Clochard naar de sluis waar de Domino al bijna een uur ligt te wachten op hun schutting. Eindelijk ingevaren na nog gewacht te hebben op 2 vrachtschepen die van de Sambre komen. Op aanwijzing van de sluiswachter liggen wij allemaal dubbel, dus verwachten wij dat de halve sluis gebruikt wordt en we snel geschut worden. Opnieuw een tijd wachten, dan blijkt er nog een beroeps aan te komen waar op gewacht wordt en kunnen wij eindelijk een trapje lager. Bij het uitvaren is er wat onduidelijkheid over wie wanneer gaat en blijft een van de jachten ten gevolge van een interne crisis achter bij de volgende schutting. Tot Ivoz Ramet (Luik) schutten wij met 2 vracht- schepen en 4 jachten, en dan gaat het voor ons net even mis omdat een jacht niet naast maar achter een ander gaat waardoor wij niet meer in kunnen varen. De Clochard die wel meegaat, laat weten dat hij voor ons een plek in de haven van Luik reserveert en daar aangekomen leggen wij aan hem vast. Hij zelf heeft geregeld dat hij bij uitzondering aan de politieboot kan liggen, dus wordt de entrée van de haven wel wat nauw met drieën op een rij, maar het gaat allemaal goed. De dames en kinderen van het buurschip gaan de stad in, de mannen gaan aan het bier en maken een praatje in een ondertussen weer stralend zonnetje.
Vandaag behoorlijk veel beroepsvaart, zowel op- als afvarend.
Zaterdag 20 augustus. Wakker van de deining door een voorbijvarend vrachtschip. Bij opstaan een stralende zon en strakblauwe lucht. Om 8.30 de motor gestart en samen met de Clochard naar Ternaayen. Een eerste tegenligger even na vertrek, vlak voor Visé de volgende tegenligger en de Domino die aan stuurboord in de (vlucht)haven lag, voorbij gelopen en aangesloten bij de rij wachtenden (8 jachten en 2 beroeps) om vervolgens even later de sluis open te zien gaan. Dan een heel gedoe: enkele jachten willen niet naar voren in de sluis omdat zij dan geen glijdende bolder hebben. De sluiswachter treedt heel kordaat op en na een half uur heeft hij iedereen waar hij hem/haar wil hebben. Wij maken aan een vrachtschip vast, prettig voor mij omdat ik in principe niets hoef te doen tijdens het schutten. De schipper vertelt dat de jachtensluis weer eens kapot is, deze grote sluis vaak problemen geeft met de deur die slecht open/dicht gaat er een grote nieuwe sluis hiernaast van 200 meter in aanbouw is en over 3 jaar klaar moet zijn. Wie weet maken wij dat over enkele jaren nog mee. In elk geval zal dat betekenen dat hier nóg grotere schepen zullen gaan varen.
In een warm zonnetje varen wij rustig verder en groeten de bemanning van de Clochard waarmee we heel plezierig samen hebben gevaren en die nu de thuishaven indraait. Bijna alles wat verder in Ternaayen meeschutte blijft hier ergens achter of gaat de Zuid Willemsvaart op, geadviseerd door RWS wegens mogelijke vertraging bij Born en Maasbracht waar werkzaamheden zijn om daar één van de sluizen te verlengen tot 200 meter.Wij hebben nu echter geluk en kunnen met het vrachtschip mee de sluizen in. Alleen bij Linne is het weer als gewoonlijk kermis: een hele achteropkomend meute schiet vóór ons achter een passagiersboot de sluis in, natuurlijk tot halverwege, dus varen wij door naar voren, en bij het uitvaren weet men niet hoe snel en hard men zijn voorganger wel voorbij moet zien te komen.
Op alle sluizen zijn vandaag stewards, het waarom is niet duidelijk maar bij Linne zouden zij duidelijk een taak kunnen hebben zij het dat wij daar niets van merkten. Voor ons was het een goedbedoelde poging van RWS om mede wegens de bouwactiviteiten op de diverse sluizen de zaken goed te laten verlopen, maar o.i. op deze manier totaal zinloos.
Wij hebben onderweg tijdens deze “reis deel 2” regelmatig kontakt met H&C gehad en weten dat zij ergens in de buurt liggen. Dus bellen wij hen en varen vervolgens naar een aanlegsteiger achter Olde Huuske waar zij een plekje voor ons aan een ander jacht “gereserveerd” hebben en waar wij om 16.30 afmeren. Op het achterdek de belangrijkste ervaringen sinds ieders vertrek uit Auxonne doorgepraat en na het eten nog tot middernacht buiten gezeten. Jack had zoals nu bijna elke avond weer een hoofdpijnaanval.
Wij willen hier graag een paar dagen blijven, ook al omdat het weer nu voor het eerst aangenaam is. Gisteren voor het eerst geen avondregen, vandaag eindelijk de hele dag warm, droog en zonnig en binnen is het zelfs 26 graden, sinds mei voor het eerst dit jaar. De bikini uit de kast gehaald!!
Zondag 21 augustus. De dag begint met een somber wolkendek waar wat nattigheid uit valt en in de verte gerommel te horen is. Geleidelijk wordt het lichter en schijnt de zon weer, het wordt weer lekker warm. Jack heeft een uitgebreide conversatie met onze “tussenbuurman” (wij liggen met drieën naast elkaar) die net een nieuw schip heeft en komend jaar ook eens de tocht naar Frankrijk wil wagen. En wat doe je op zo’n dag als je eindelijk wat ontspannen bent en het weer prettig voelt: opruimen, lezen, lunchen, wandelen (ondertussen hebben Jack en Herman de Artemis verkast want de “tussenbuur” vertrekt vanwege de weerswaarschuwing voor Brabant en Limburg), de kade is bijna leeg, het drupt wat, in de stuurhut met zijn allen geborreld en gegeten en in de avond kijken hoe kleine wolkenpartijen zich in heel korte tijd tot geweldige (onweers)buien ontwikkelen die ten oosten en westen van ons naar het noorden trekken.
Maandag 22 augustus. Ruim vóór 7 uur wakker van de regen, dan weer in slaap gevallen. Om half 9 thee op bed, buiten een druilerige regen. Niet leuk als het KNMI alleen voor Limburg regen in petto heeft. Omdat wij komende winter ons schip willen refittten verdiepen Jack en Herman zich in voor/nadelen van diverse verwarmingssystemen. In de loop van de dag wordt de regen minder en zal ik met Cora een eind gaan wandelen. Daarom eerst theewater opgezet, - maar wat er warm wordt… in elk geval geen water. Geen nood, wij hebben altijd een tweede fles in voorraad. Jack zet de aansluiting van het gas over op de andere fles: helaas, opnieuw geen gas, onbegrijpelijk, de fles blijkt leeg te zijn, lek? Ons spaziertripje nuttig proberen in te vullen, maar geen gas te krijgen en dus op advies van de informatiedame van Olde Huuske naar jachthaven Hermes (richting Hatenboer). Herman gaat met ons mee. Wij kopen daar een nieuwe fles gas-inclusief statiegeld (onze Franse fles -zelfde aansluiting -zelfde maatschappij alleen onder Franse naam, wordt niet geaccepteerd- wij leven nog steeds niet in Europa maar in Nederland of Frankrijk). Terug nog kort samen een wijntje gedronken en vervolgens gegeten en buiten genoten van het weer dat opknapt.
Stef belt dat onze auto prima gerepareerd is en hij hem vertroeteld heeft volgens voorschrift van de garage. Hij heeft hem op de plaats van zijn auto bij hem op de oprit staan en de zijne bij de buren. En daar hebben ongewenste bezoekers zijn navigatiesysteem er uit gejat, schade 8000 € !! Wij voelen ons wel bezwaard.
Dinsdag 23 augustus. Vannacht een hevige onweersbui en vanochtend grijs. Cora en Sanne vertrekken om 9.30 uur op de fiets naar Roermond, een regenjas mee, het weer lijkt niet zeker. Jack verzorgt ondertussen accu’s en motor. Na een bezoek aan diverse winkels in het centrum stappen C. en S. weer op de fiets, de zon schijnt en gekomen op de brug over de Maas wordt het plotseling bewolkt, ligt de lucht of de bewolking zwaar op het water (dit soort luchtverandering heb ik nog nooit eerder gezien), wordt het zicht slecht en en draait de wind plotseling. Een hoosbui dreigt los te barsten maar dan wakkert de wind plotseling aan en drijft de bui net ten westen van ons naar het noorden. Twee uur later horen wij op de radio dat het noodweer is in Eindhoven. Wij houden het droog en het wordt opnieuw warm en benauwd zomerweer. s’Middags een stuk gewandeld met Cora en na het eten buiten gelezen. Het blijft warm.
Woensdag 24 augustus. In de loop van de ochtend wordt het zonnig. We werken wat kleine plekjes op het schilderwerk bij, het afvoerbakje van het afvalwater wordt gecontroleerd en de zwanenhals van de wastafel in de meidenkooi wordt schoongemaakt. Tegen de avond gaan we naar H&C waar we uitgenodigd zijn voor een bbq, een gezellige avond met mooi weer. Wij gaan omstreeks half 12 terug naar de boot. Voorlopig is dit de laatste avond met hun samen dit jaar. Jammer, we zouden nog graag langer met hun hier willen zijn. Morgen moeten wij richting thuishaven, onze vrienden blijven nog enige tijd in deze omgeving.
Donderdag 25 augustus. Uitgezwaaid door Cora en Herman vertrekken wij tegen half elf. Het is broeierig warm, de zon niet helder en er drijven wat wolkenvelden over. Bij de sluis kunnen we rechtstreeks invaren, er komen net 2 jachten uit. Wij wachten even op een jacht dat achterop komt, het blijkt de Conchiglia van Joep en Thea die onderweg zijn terug naar Hedel,- leuk toeval. Wij gaan bij Kessel de haven in en blijven er tot morgenochtend. Er zitten buien in de lucht, Sanne gaat dus zo snel mogelijk op de fiets om de kaasboer op te zoeken en onderweg bramen te plukken. Helaas, de bramen worden voor haar neus weggeplukt. Dan nog even door Baarlo, naar kasteel de Berkt, -het gaat economisch goed in deze regio als je de (nieuw)bouw in deze omgeving ziet. De luxe straalt er van veel -meestal nieuwe - villa’s af. Terug richting Belfeld, de pont naar Steijl wordt druk bevolkt door de vele fietsers die de uitgezette routes volgen. Net voor de eerste bui binnen en met heerlijke boerenkaas.
Voor het eerst merken wij dat er toch veel beroepsvaart is op de rivier. In de haven is weinig te doen, er lijken 2 gasten te zijn.
Vrijdag 26 augustus. De weersverwachting is niet best maar in de ochtend zou het nog redelijk blijven. Zonder haast de watertank gevuld en later op de ochtend weg. Wij varen achter een beroeps, het gaat voorspoedig. Een uurtje later breekt echter de hel los: geweldige slagregens, een dik gordijn waar ook de ruitenwissers niet tegenop kunnen, onweer, windstoten, takken breken van bomen en bomen ontwortelen vlak naast ons aan de wal. Vooral omgeving Well heeft het zwaar te verduren en de brandweer is druk bezig de bomen te verwijderen. Wij hebben zelf ook veel last van de stormvlagen en –nog nooit eerder in de afgelopen jaren - spannen wij zelfs een paar extra lijnen om te voorkomen dat de achtertent er af waait. Het gaat wel érg te keer! Na de eerste bui volgen er links , boven en rechts van ons nog meer maar we kunnen droog in Mook bij Eldorado afmeren. In Leuken probeerden wij in de haven vast te maken maar het lag vol. De haven van Eldorado is ondertussen uitgebreid met nog 3 lange steigers met ruime boxen. Zij is 3 jaar geleden door de toenmalige en eerste eigenaar ten Tije verkocht aan een consortium dat meerdere grote havens in Limburg beheert.
Wij zijn zo te zien met de enige platbodem hier in de haven; alles aan de steiger waar wij aan liggen heeft wel de lengte of meer van ons schip en het zijn allemaal nieuwe moderne schepen als Sturdy’s, Valkkruisers, Pilots etc. en wij bevinden ons in een zeer internationaal gezelschap. Onze Engelse buurman vertelt dat hij hier al een 4-tal jaren tot grote tevredenheid ligt: betere zorg voor zijn schip, betere voorzieningen en aanmerkelijk goedkoper dan hij in Engeland gewend is.
Wij feliciteren Victor die meldt dat hij gisteren opa is geworden van Lieve en Stienie, alles is oké.
Vanavond is het te koud om onder de tent in de stuurhut te zitten, daarom nog even een rondje haven en omgeving gelopen en onze tijd verder binnen besteed aan lezen.
Zaterdag 27 augustus. Vroeg wakker: de watervogels ruzieën er op los, de meerkoeten maken het meeste lawaai maar de futen gaan ook flink tekeer. Als Sanne om 8 uur de poort uit wil is dat onmogelijk, er zit een slot op en er is nog niemand op het havenkantoor aanwezig . Een havenbewoner geeft het codenummer van de poort en zo heeft Jack toch nog zijn vers gebakken kaiserbrötchen aan zijn ontbijt. Dan nog een nieuwe vlag en geusje gekocht waarna we vertrekken. Stevige wind, redelijke temperatuur en geleidelijk een steeds dreigender lucht. Bij Cuyk kruipen wij tussen deelnemers van een zeilwedstrijd door, verder is er weinig te doen op het water. Als we bij Grave de sluis uit zijn zien we in de verte de eerste buien voor ons en even voor Appeltern barst er noodweer boven ons los. Harde wind en geen zicht door de zware regenval. Gelukkig weer even droog als wij aanleggen in de Gouden Ham bij Maasbommel. Normaliter ligt deze aanlegplek vol, nu slechts 1 jacht. In de loop van de middag varen nog een paar jachten verder de plas op, maar het is bijzonder stil. Het blijft fris, gelukkig hebben wij de hele zomer onze wintertent op de stuurhut laten staan (wat dus heel erg verstandig is geweest), en vanavond zitten wij daar in het bijna donker bij het uitbranden van de spiritusvlam waarop wij eerder die avond een kaasfondue verwarmden.
Zondag 28 augustus. Regen - veel wind (we liggen aan lager wal, de wind schuin van voren) –soms even droog – onrustig water – af en toe een jacht – op de rivier die vanuit het schip te zien is, een enkel vrachtschip – een wandeling snel weer ingekort vanwege buien –ja- wat verder van deze dag te zeggen. Vooral veel regen en veel gelezen.
Maandag 29 augustus. Wij varen vanochtend tussen de buien door naar Lith en horen onderweg op de marifoon dat de pont onder Lith problemen heeft vanwege een gebroken kabel waardoor de vaart geblokkeerd is. Wanneer wij aankomen is de vaart echter net weer vrij en kunnen wij met 2 andere jachten geschut worden. Onderweg naar Kerkdriel, ons doel voor vandaag, nog een geweldige hoosbui maar verder is het een rustige tocht over heel onrustig water. Even na de middag meren wij af aan de meldsteiger. Wij maken de vloer van de stuurhut schoon, sinds vorig najaar niet meer uitgebreid gebeurd en behalve de spinnewebben onder de vlonders valt het erg mee. Het blijft droog tot middernacht. Voor de vierde dag op een rij komt de temperatuur niet hoger dan 16 graden, het is herfst. Morgenochtend wordt de motorolie ververst.
Dinsdag 30 augustus. Vanochtend overleg met de werf over de aanpassingen die wij graag willen. Bovendien zullen onze watertanks die er al sinds 1963 in zitten, vervangen moeten worden. En een verfje zou de dame ook niet misstaan. Om 11.30 naar de olieboer om de dieseltank voor de winter vol te hebben. Opnieuw werkt het peilglas niet goed, mogelijk verstopt? We zijn nu onderweg naar onze eigen Hedelse haven waar wij om 13.30 opgevangen worden door Petra en onze buurman Dirk. Na de lunch gaat Jack de machinekamer in orde maken en op de namiddag arriveren Els en Stef die deze avond met ons in Ammerzoden genieten van een verrukkelijke sole meuniére bij een heerlijk glas wijn, met een wijds uitzicht over de Maas. Aan boord nog koffie en dan is het vakantie(werk)gevoel ten einde. Morgen het schip winterklaar maken, spullen pakken en thuis de was van deze vakantie draaien. Dan krijgen we die in elk geval droog en kan het spul over 3 dagen terug naar het schip. En dan de winterrust??
Auxonne-Hedel
Motoruren: 172.45 Vaaruren: 174.55
Sluizen : 313 Tunnels: 5
Kilometers: 960
Naschrift: Sanne wordt 5 september opgenomen voor de plaatsing van een totale schouderprothese. De operatie is (uiteindelijk) gelukkig geslaagd. Volgen nog 7 maanden intensieve therapie. Als alles met ons verder goed blijft gaan, willen we komend voorjaar het schip uitgebreid refitten. Maar daarover later hopelijk meer.