Reisverslag 2011.
Korte toelichting.
Betrekkelijk kort voordat we zouden vertrekken naar onze winterhaven komt er een onplezierig bericht. Ik moet geopereerd worden, liefst zo snel mogelijk. Uiteindelijk besluiten we, mede op advies van onze vrienden van de Winterthur en de Progres als volgt: in mei aan boord en zo snel mogelijk (de Rhône stroomopwaarts!!) naar midden Frankrijk; daar de boot in een haven achterlaten, terug naar NL, operatie in Duitsland, 6 weken later terug naar de boot en de reis naar NL voltooien. We hadden dus nogal wat haast en geen tijd voor een weblog. Maar dat …. ging Sanne te ver. Dan maar weer een ouderwets logboek bijhouden. Hieronder haar verslag van de reis in 2 tranches in 2011.
EERSTE DEEL VAN DE REIS, van de Midi naar Auxonne
Zaterdag 7 mei 2011. Na een hectische vrijdag met een intake gesprek eerst in Baarn en tenslotte in Gronau voor de operatie van Jack, die nu definitief begin juni vastgesteld is, besluiten we om de volgende morgen toch maar naar de boot te gaan. Allebei moe, Jochem nog even gezellig thuis, naar bed, zaterdagochtend snel alles in de auto gegooid -wat we vergeten mee te nemen: jammer, volgende keer beter- en we zaten warempel rond half 12 s’ochtends !! op weg richting zuiden.
Prima reis tot Parijs waar we, gewaarschuwd door onze gezelschapsdame van de routeplanner, in de file stonden en soms ook nog even reden, vanaf Charles de Gaulle tot net Parijs uit. Desondanks toch tegen 19.30 in Bourges bij de door Stoffel gereserveerde B & B en naar de ons welbekende Routier waar we weer als steeds genoten van een voortreffelijke maaltijd.
Terug in het motel beiden binnen een half uur in Morpheus armen tot 8.00 uur de volgende morgen en, na een heerlijk ontbijt, richting La Robine. Via de vrij nieuwe (deels tol)route over Millau, nog steeds bijzonder plezierig: weinig verkeer, mooie vergezichten, snelle route en heel afwisselend, arriveren wij om half 4 op de haven waar havenmeester Michel het hek opent en wij de auto naast de boot kunnen zetten om uit te laden. Dit alles geregeld door Sjaak en Leny die ons vervolgens trakteren op een uitgebreide maaltijd (chinees) samen met Cora en Herman.
Omdat wij eerder met H2O in St. Jean de Losne afgesproken hebben eind mei de boot in de nieuwe nog te openen haven in Auxonne achter te laten, biedt Sjaak aan onze auto in 1 dag! ! naar Auxonne te brengen, te gek -wel erg fijn- maar voor ons wel echt te gek. Wij overdenken het nog even. Dan horen wij de volgende dag dat de fam. Tel naar Nederland gaat en zij bieden aan onze auto mee te nemen en in St. Jean de Losne achter te laten – wij zijn er heel blij mee!
Maandag 9 mei. Maandagochtend om 10 uur vertrekken wij uit de haven om een kilometer verderop bij Patiasses, het huis van onze vrienden Tina en Ruud, weer af te meren achter het schip van Herman en Cora, om daar de boot vaarklaar te maken. Tegen de avond fourageren wij uitgebreid in St Marcel. Drukke dag, Jack heeft last van zijn rug en Sanne van haar linkerarm: 2 krukken samen toch 1 man sterk.
De boot wordt gesopt en enige tinten en vele kilo’s lichter: een dikke laag blad met daarop zand en cement drijft nu op of in het water. Onze Engelse buren uit de haven, Martin en zwager Robin van de Florin, komen langs gefietst voor een babbel. Wij ervaren deze dagen van alle kanten hulp, gevraagd en ongevraagd; wij treffen het bijzonder met onze vaarvrienden.
Dinsdag 10 mei. Opnieuw hard gewerkt aan het verder vaarklaar maken van het schip, onze wijnleverancier bezocht, boodschappen gedaan, Ted en Marion (de oude havenmeester) gegroet, met de haven de financien geregeld, de verjaardag van Sjaak (was 5 mei) gevierd en vroeg terug aan boord waar we ongehoord vroeg te bed gingen (half elf!).
Woensdag 11 mei. Jack regelt de autozaken, de mail en werkt de post af, Sanne probeert het schip er iets minder stoffig uit te laten zien, de watertank wordt gevuld en om 12 uur laten wij ons samen met Herman en Cora verrassen door Tina en Ruud die een heerlijke uitgebreide “lunch”, maar dan wel op zijn Frans, dus een diner, voor ons ten afscheid gemaakt hebben en die wij op het terras halverwege onze schepen en Patiasses alle eer aan doen.
Net voor een bui om 14 uur terug aan boord en even later uitgezwaaid door alle vrienden en bekenden vertrekken wij met pijn in ons hart samen met H&C richting Rhone. Ruud gooit de voorlijn naar Sanne die deze opvangt en daarbij de biceps van de linkerarm flink forceert. In elk geval is het erg pijnlijk. Wij varen achter de Progres van H&C die samen met ons het eerste traject tot Auxonne gaan varen. Het is rustig op het water, wij komen enkele huurboten tegen en een paar hotelboten, zonder problemen, tot wij even voorbij Capestang in een bocht de Athos (hotelboot die daar regelmatig vaart) tegenkomen die óf geobsedeerd is door de Progres óf niet weet dat hij een scherpe bocht stuurboord moet nemen óf véééél te hard vaart — hoe dan ook, Jack reageert bliksemsnel, gaat vol in de achteruit en weet de tegenligger op nog geen 5 centimeter te ontwijken terwijl de Athos vlak voor ons op de wal knalt; ik blij dat ik niet in mijn kooi lig! De gasten voor op de hotelboot lijken het een leuk spelletje te vinden, de schipper groet even later uitbundig en steekt dankbaar zijn duim op naar Jack, kennelijk opgelucht dat een aanvaring voorkomen is. Overigens wij ook, hij zou ons in de flank geraakt hebben waarmee deze eerste vaardag tevens de laatste van de reis geweest zou zijn. De rest van de dag zijn we extra bedacht op de gekke haakse bochten en op hotelboten maar de tocht loopt verder voorspoedig en tegen 19.30 uur liggen wij afgemeerd achter de Progres bij de sluizentrap (7 sluisjes achter elkaar) van Fonserannes waar nog 3 jachten op de schutting van morgenochtend wachten.
Met H&C een glas wijn op het achterdek gedronken en in de stilte van de avond het logboek bijgewerkt terwijl Jack de mail afhandelt. Van Jochem horen wij dat het in Nederland regent.
Donderdag 12 mei. Drukte voor de sluizen: de 3 huurjachten die gisterenavond al lagen komen een half uur voor tijd aangevaren en drijven ongeduldig heen en weer voor de gesloten deuren. Wanneer zij rond 9.30 de tweede sluis ingevaren zijn kunnen wij aan de eerste schutting beginnen (met z’n tweeën, heel comfortabel). Het is telkens wel lang wachten op de schepen voor ons als zij naar de volgende sluis doorschuiven en ook voor het tegemoetkomend vaarverkeer. Ondertussen is het warm, zonnig en dorstig weer (thee, koffie en water, ook al geloven jullie het misschien niet), de temperatuur loopt aardig richting 30 graden. Rond 13.00 uur leggen we vast aan de wal bij Vias en gaan Cora en Sanne nog wat aanvullende boodschappen doen. De schipper van de Lady Coby (Duitser die hier ook ligt op weg naar huis en die wij vorig jaar vaker hebben ontmoet) vraagt Jack of hij een nieuwe relatie heeft; hij zag Cora helpen bij het vastleggen van de Artemis.
Het weer blijft schitterend, vóór ons zien wij hoge stapelwolken (onweer) maar wij hebben er geen last van. Rond 15.30 h. vertrekken wij weer om vlak achter de laatste sluis van het Canal de Midi te overnachten en morgen op tijd het Etang de Thau over te steken. Zelf hoop ik dat er niet al te veel wind zal staan en zeker niet uit de verkeerde hoek, het kan er flink spoken. Nog even met zijn vieren een wijntje gedronken en na het eten en douchen tot na middernacht samen buiten gezeten, geluisterd naar vogels, cicaden en kikkers en heel in de verte af en toe een trein. Wij wanen ons weer helemaal buiten de beschaving hoewel hemelsbreed de touristen evenals de (toren)gebouwen en vuurtorens boven op de Cap d’Agde en langs de Middellandse Zee niet ver weg zijn.
Vandaag nog telefoon van Joop waar Jack niet zo blij mee was: de boete voor een snelheidsovertreding in Zeist begin mei. Ook H. was niet blij: 2 mooie fenders van zijn achterschip zijn afgelopen nacht van zijn schip gestolen; Jacky de hond sloeg wel aan maar H. dacht dat het loos alarm was. Wij missen niets maar hebben ook niet zulk mooi materiaal.
Vrijdag 13 mei. Prachtig weer, bijna windstil, heerlijke temperatuur, reden om niet zo vroeg te vertrekken. Dus om 9 uur losgemaakt en in een sukkelvaartje het laatste deel van het kanaal gedaan. Op dit stuk is het aan de oevers een zooitje van achtergelaten of verwaarloosde of (half)gezonken schepen en bootjes met op de wal ernaast veel verteerde huisraad als meubeltjes en matrassen. Dat dit hier mogelijk is!
Het Etang de Thau blinkt spiegelglad in de zon, in de verte zijn een paar vissersbootjes te zien en heel ver voor ons vaart een huurboot. Wij zoeken onze weg langs de oesterbanken naar de overkant. Ruim over de helft komen wij 2 Belgische jachten tegen en wat later krijgen wij toch wat wind. Al met al een ongekend rustige overtocht op het Etang waar het toch best wel stevig tekeer kan gaan. Onderweg ontdoet S. de opbouw van de kajuit aan de buitenkant van de zwarte strepen die dit jaar wat hardnekkiger zijn dan voorgaande jaren.
Dankzij het mooie en heldere weer vinden wij de ingang van het Canal du Rhone á Sete zonder problemen en meren rond de middag af voor de brug in Frontignan die om 16 uur geheven wordt voor de op- en afvaart. De wachttijd nuttig gebruikt: J. controleert en demonteert uiteindelijk de afvoerpomp van het water om een nieuwe te plaatsen (die we gelukkig als reserve aan boord hadden) en alles werkt weer prima. S. en C. na de lunch naar het centrum en zijn op het postkantoor getuige van een actie van woonwagenbewoners: geschreeuw en dreigementen door een aantal vrouwen maar uiteindelijk géén geweld gebruikt maar ook géén voorrang gekregen. Dan op tijd terug voor de brugpassage; H. en J. besluiten net voorbij de brug te blijven liggen voor de nacht. Wij gaan aan de kade en Herman bij ons opzij omdat het te ondiep is.
Tot Valence is er geen mogelijkheid om aan het water diesel te tanken, de verhuurbedrijven aan het kanaal leveren niet aan particulieren, je kunt alleen terecht bij een tankstation aan de weg of een intermarché waar je het zelf in jerrycans meeneemt. Wij halen dus achterop de fiets 30 liter diesel waarna C. nog eens met S. terug gaat voor eenzelfde hoeveelheid zodat er nu voldoende reserve is voor de reis terug over de Rhone.
We houden het nog droog tot ongeveer 20.00 h. waarna het een poosje stormachtig is met wat neerslag maar in de loop van de avond wordt het weer rustig. Wij willen morgen naar St. Gilles varen om zondag de Petit Rhone op te gaan. Wij verheugen ons op het volgende mooie vaargedeelte langs de Middellandse Zee, met links en rechts van de dijk water en hopelijk ook flamingo’s.
Vandaag weinig vaarverkeer gezien: 2 jachten (huurboten) opvarend, 5 jachten waarvan 3 zeiboten, afvarend. We krijgen bericht dat onze auto morgen in St Jean de Losne wordt gestald.
Zaterdag 14 mei. Bij het wakker worden ziet het er somber uit met donkere, dreigende wolken, maar allengs wordt het zonnig en heiíg maar blijft het bewolkt ten zuiden en westen. Tegen 9 uur gaan de lijnen los, de temperatuur is uiterst aangenaam. Het kanaal is lang en recht, we komen een paar jachten tegen. Bij Magelone liggen nu nog meer schepen afgemeerd dan een paar jaar geleden en het aantal wrakken dat her en der half gezonken ligt is zeker niet verminderd. Grote groepen flamingo’s vermaken zich links en rechts van de vaargeul in de zoute/zilte ondiepe meren en moerassen van de Camarque en wij zien hele kuddes (o.i. niet altijd wilde) paarden. Een schaapherder trekt er met zijn misschien wel duizend schapen rond op de dijk en wij zien mensen vissen en duiken (op wat?). Wij genieten en, hoewel rond de middag de bewolking ons ook bereikt, houden het op een enkel spatje na droog. Wij komen nu een vanaf de Petit Rhone afvarend vrachtschip tegen, het eerste en enige deze week. J. is wat mobieler geworden na enige massage en doet onderweg een aantal dingen als administratie, de drankvoorraad verzorgen en opknapklusjes terwijl S. vandaag eens wat meer vaart.
Bij St Gilles, waar wij rond 15.15 uur arriveren, zijn gelukkig nog 2 van de 3 steigertjes vrij en kunnen wij beiden aan een eigen steiger liggen. De mannen werken aan boord, de dames stappen op de fiets en ploeteren door het hoge gras naar het dorp om bij de Intermarche voor een aantal dagen te fourageren.
Tegen 21 uur neemt de ondertussen noordelijke wind sterk toe, het lijkt een mistral te worden. Zo nodig blijven wij hier rustig een dag extra liggen. Wij krijgen ondertussen een telefoontje van Rie dat de auto in St. Jean de Losne staat, de sleutel in de brievenbus is gedaan bij afwezigheid van de havenmeester en dat zij vandaag vanaf Port la Robine veel regen hadden. Dat belooft mogelijk veel stroming op de rivier, wij zullen zien. Vannacht zal goed slapen geen probleem zijn, het is hier rustig, stil, vogels fluiten, kikkers kwaken en krekels zingen (als je dat zo wilt noemen). Auto’s hoor je hier niet, laat staan treinen die zoals afgelopen nacht vlak achter ons over het water voorbij denderden. Ook de vuilnisman komt hier niet om 4 uur de rommel ophalen. Het is nu (bijna middernacht) heel stil, de nachtegaal zingt voortdurend en de kikkers hebben de meeste energie al verbruikt voor de nacht. Ook de cicaden houden zich nu koest. De noordelijke wind is stevig, het is nu onbewolkt en het wordt koud.
Zondag 15 mei. Strakblauwe lucht, stevige wind (6 Bft uit het noorden), koud in de schaduw. Wij blijven vandaag liggen. Uitgebreid en rustig ontbeten, de massage van Jack’s rug is wat minder succesvol dan gisteren maar hij kan toch nog wat extra klusjes doen en de motor nog eens aan een extra inspectie onderwerpen. Om 17.00 uur met H&C een biertje in de stuurhut gedronken en met de wintertent grotendeels dicht nog gegeten, daarna snel naar binnen vanwege de temperatuur en de muggen. Vandaag een echte leesdag gehad. Afhankelijk van de wind vertrekken wij morgen maar we houden er rekening mee nog een dagje te moeten wachten .
Maandag 16 mei. Als wij opstaan is het binnen 16 graden, zien wij een strakblauwe lucht en komt de zon net boven de struiken op. En om 8 uur waait het al bijna even hard als de vorige dag. De wind neemt hier altijd flink toe wanneer de zon wat hoger komt, zo tegen half elf. Dus is de beslissing snel gemaakt om hier te blijven want een aanlegplaats is er de eerste paar vaaruren niet, ook niet bij de sluis van de Petit Rhône. Een rustig dagje, vers brood gehaald per fiets en ‘s middags een flink stuk met Cora en de hond gewandeld. Je komt er niemand tegen. Jack probeert wat te lopen om zijn rug wat beter te krijgen en Sanne houdt haar linkerarm rustig. Voor ons een kalme dag, niet voor alle jachten die op weg naar/van Beaucaire voorbij komen varen: de eerste, een Belgisch jacht, voer veel te hard en trok onze zandgevulde touwwil tegen de steiger kapot ,- dus foetsie stootwil.
Het weerbericht ziet er beter uit dus besluiten de beide kapiteins om morgen om 8 uur te varen. In Nederland regent het meldt Lia en Jochem heeft de financiering van zijn appartement naar zijn zin kunnen regelen.
Dinsdag 17 mei. Om 6.30 op, koffie-thee-ontbijt-massage Jack; een hoop stootwillen en lijnen binnen gehaald, alles is om 8 uur op orde en we vertrekken. Strakblauwe lucht, matige wind (3) en vlot door de sluis de Petit Rhone op. Wij varen redelijk beschut door de bossen rondom en bereiken na 20 km de grote rivier. Omdat de wind met de stroom mee is valt de onrust op het water mee en in de loop van de dag wordt deze zelfs minder. Bij Beaucaire waar de rivier de smalste doorgang heeft, stroomt het aanzienlijk minder dan wij ons hadden voorgesteld. Op de eerste Rhonesluis blijft het licht lang op rood-groen staan en blijven wij dobberen tot na verloop van tijd een vrachtschip verschijnt en wij achter hem in kunnen varen. De tweede sluis staat voor ons open en bij de volgende (Caderousse) kunnen wij achter een cruiseschip uit Rostock aansluiten. Wat een gevaarte! Uiteindelijk varen wij deze sluis om 18 uur uit en blijven wij daar boven aan een steiger overnachten. Er varen deze avond nog een paar cruiseschepen voorbij en omdat wij morgen op tijd willen vertrekken gaan we nu vroeg te bed.
Woensdag 18 mei. Om 6.30 is J. al in de weer met koffie en thee, dus voelt S. zich genoodzaakt ook op te staan. Rustig ontbeten, J. bekijkt de weerberichten en om 8.00h varen we. Wind zou zuid 2 zijn maar is eerst nog noord en het is bewolkt. In de loop van de ochtend draait hij plotseling naar zuid wat goed te merken is aan de golven. Ook is het zonnig geworden. Wij genieten van de mooie rivier en het weer: wat een verschil met de omstandigheden op de heenreis!
Vandaag zit niet alles mee, vooral de sluizen hebben het druk zodat wij een paar keer lang tot erg lang moeten wachten op onze schutting. De schutting bij Logis Neuf duurt het langst, anderhalf uur wachten. Wij willen om 19.30 boven de sluis van Beauchastel overnachten aan de steiger, maar dat blijkt helaas niet mogelijk door baggerwerkzaamheden. Wij moeten door naar de haven van Valence waar wij om precies 20.30 de haven invaren en 10 minuten later aan een kopsteiger afmeren. Om 21 uur aan tafel, morgenvroeg olie tanken (kan vanaf 9 uur) en dan weer weg. De brug over de rivier is net als in 2007 feestelijk verlicht maar helaas niet goed te “vangen”met ons fototoestel. We gaan weer (voor ons doen) vroeg te bed, om 23.30 uur.
Hoewel de wind uit zuid vandaag was toegenomen en er “lekkere golfjes”waren, hadden wij er niet veel last van. Ook de zon liet het bij ons niet afweten terwijl er oostelijk boven de bergen zware buien hingen. Een tweede prachtige vaardag op de Rhone!
Donderdag 19 mei. Om 7 uur zet J. thee en koffie. We hebben allebei goed geslapen, opmerkelijk weinig (verkeers) lawaai gehoord. Onze buren zijn net als bij onze aankomst gisteravond, ook weer buiten en ook nu zien zij ons maar reageren niet op onze aanwezigheid. Het schijnt hier normaal te zijn dat niemand je groet, wij zijn dat niet gewend. Bij de meeste -vaste- bewoners van de haven lijken passanten niet erg gewild vernemen wij. En er liggen veel schepen “permanent”. De eigenaar van een zeiljacht schuin tegenover was gisterenavond wel erg vriendelijk en behulpzaam toen hij ons zag binnenkomen. Hij is er niet op dit moment.
Om 9 uur komt er iemand van de capitainerie met de sleutel en opent de pomp en bankautomaat zodat wij kunnen tanken. Ondertussen gaat S. met C. op de capitainerie voor de nacht afrekenen; het tarief valt niet echt tegen, op het Canal de Midi zijn we in de toeristische plaatsen deze en zelfs hogere tarieven gewend. De havenmeester is bijzonder hulpvaardig en geeft veel informatie en een nieuwe plattegrond van de haven. Sinds 2007 is er veel veranderd, je hoeft niet meer met gevaar voor eigen leven over een drukke autoweg voor eenvoudige boodschappen: er zijn winkels dichtbij gekomen.
Wij vertrekken 9.40 en varen dan na een poosje zomaar een sluis in die open staat en waarin al een klein Duits jacht ligt dat ook in de haven lag. Maar dat is dan ook de enige keer vandaag, bij de volgende 3 sluizen is het antwoord bij oproepen: over 20 minuten kunnen jullie geschut worden. Dit betekent vandaag: tussen een half en anderhalf uur drijven voor je de sluis in kunt. Maar dat is dan ook het enige waar we over kunnen mopperen: het weer is prachtig, de omgeving schitterend en wij zien nu de mooie oevers en vergezichten die wij op de heenreis door het slechte weer niet konden zien. Wij nemen ons voor om de volgende keer meer tijd uit te trekken voor deze mooie rivier.
Wij blijven overnachten boven de voorlaatste sluis op de Rhône zodat wij niet in het lawaaierige Lyon (nog ongeveer 33 km) hoeven te liggen. Morgen willen wij naar Trevoux op de Saone. Ongeveer 60 km varen met 2 sluizen; een tocht van 6 tot 9 uur, afhankelijk van of het mee of tegen zit bij de sluizen.
Om 20.10 afgemeerd boven de sluis (we hadden vandaag ruim 10 uur nodig voor 79 km bij 11 km per uur) en we drinken samen nog een glaasje wijn op deze mooie dag. Om 22 uur een simpele maaltijd en dan snel naar kooi, maar wel eerst het logboek bijschrijven: dus wordt het toch nog laat.
Vrijdag 20 mei. Nadat Jack de toiletpomp ontdoet van talloze levende kreeftjes en vervolgens er evenveel weer oppompt geeft hij het op en zitten wij voor zevenen aan het ontbijt. Vannacht niet gestoord door in- en uitvarend schepen.
Het lijkt weer een prachtige dag te worden met nauwelijks wind. Wij zijn om 8 uur weg en denken 3 uur nodig te hebben om de volgende en tevens laatste Rhonesluis van deze reis te bereiken. Om 10.40 , 2 km. voor de sluis, zien we een (bekend) hotelboot/cruiseschip achter ons opduiken. De sluiswachter geeft aan dat de sluis gereed wordt gemaakt en dat wij achter de Rosa in kunnen varen, dus blijven wij dobberen. Wat hij niet vertelt is dat er van boven een duwbak komt die eerst geschut wordt. Dus na ongeveer een uur drijven kunnen wij achter de Rosa, die zelf dan ook nog eens 20 minuten over dat invaren doet, eindelijk de sluis in! Mét ons kunnen dan nog 2 van de inmiddels 4 achter ons aangekomen jachten meeschutten en zijn wij om 12.00h de sluis uit. Als je op alle Rhonesluizen zo een uur bezig bent per sluis dan ben je ruim een dag extra kwijt tijdens de 300 km varen vanaf de Petit Rhône!
Maar wij hebben niet te klagen, drie en een halve (lange) dag voor de tocht St. Gilles - Lyon is niet gek en met bovendien prachtige weersomstandigheden. Als wij weer naar het zuiden gaan doen wij dit alleen bij goed weer en blijven ook onderweg op meer plaatsen en langer liggen om van de omgeving te genieten. Van de heenweg herinneren wij ons alleen de wind, de regen en de golven. Er is veel te ontdekken en genieten op en aan deze rivier (bij mooi weer; anders mij niet gezien).
De inhoud van de dieseltank blijkt ruim genoeg voor deze tocht, we hadden gerekend op heel wat meer verbruik.
Om 12.20 gaan we de Saone op. Ook de stad Lyon lijkt nu bij dit mooie en rustige weer heel anders. Langs de linkerkade waar wij een paar jaar geleden overnachtten, zijn de lelijke leegstaande loodsen afgebroken en verrijzen er architectonisch zeer diverse en soms ook mooie gebouwen. Ook is een nieuwe, via een ophaalbrug toegankelijke jachthaven aangelegd (lijkt wel wat op die van Latte) die nog officieel geopend moet worden. Er ligt nog geen enkel schip in en de 2 jachten die achter ons varen duiken onder de ophaalbrug naar binnen. Wij hadden hier zo willen overnachten als we voldoende tijd zouden hebben gehad.
Wij verder, in het zonnetje en met achter en opzij een forse bui, naar de eerste sluis van de Saone die we volgens de sluiswachter zó in kunnen varen, maar opnieuw geeft hij niet door dat er eerst aan de bovenkant nog een schip moet invaren. Binnen 10 minuten betekent hier bij de sluizen een wachttijd van een half tot een heel uur. Dus blijven wij, onwetend, weer dobberen op de stroming tot we ruim een half uur later in kunnen varen. De sluis heeft geen drijvende bolders, alleen bolders in de muren op grote afstand van elkaar en heel onregelmatig. Vastmaken is voor mij hier een lastige klus omdat mijn linkerarm nog steeds “niet goed wil”, maar met hulp van J. lukt het toch prima. Overigens helpen Cora en Herman ook regelmatig om de lijn op de bolder te krijgen omdat het Sanne niet altijd lukt vanwege haar schouder.
Om 16 uur liggen wij aan een lange steiger in Prevoux stroomopwaarts van de brug, bij een camping, een fijn plekje. S. gaat met C. de hond uitlaten, drinken dan samen met de mannen een glas rosé op het achterdek van de Progres. We eten vanavond op tijd om 20 uur.
Morgen zien we wel verder, misschien een stukje verder varen of blijven liggen? In elk geval hebben wij het (normaal gesproken) meest weersafhankelijke en daardoor onzekere deel van de reis gehad. Wij rekenen voor de zekerheid de overnachting af (€ 5 all in) en bestellen stokbrood voor morgen. Morgenochtend niet vergeten kersen te kopen bij de fruitboer die dan op de camping langs komt. Douchen, logboek bijwerken, een drankje en naar bed.
Zaterdag 21 mei. Het wordt eentonig: zon alom, 24 graden en weinig wind. Wij besluiten vandaag een rustdag te houden. Cora had het brood al bij de camping afgehaald, ons eerste verse brood sinds ons vertrek bij Patiasses, even later konden we van de versgeplukte kersen genieten.
Vandaag worden de bovendekken voor het eerst deze reis met een sopje verwend door J. en de ruitenwissers gecontroleerd/gerepareerd. Cora en Sanne vertrekken per fiets naar de super aan de andere kant van het dorp. In de middag lezen, wandelen en buiten genieten evenals de vele fietsers die op de camping bivakkeren. De hele dag door komt er wat beroepsvaart langs, het is niet druk; een paar speedboten flaneren urenlang in de middag en avond langs de steiger. Regelmatig ook zien we grote cruiseschepen en een enkele kleine hotelboot met maximaal zo’n 8 gasten aan boord. Een fijne plek om een dagje te liggen.
Zondag 22 mei. Brood gehaald, de boel opgeruimd, stofgezogen etc. en om 10 uur vertrekken wij om in Belleville, als er tenminste plek is, af te meren. Opnieuw een strakblauwe lucht, weinig wind en een rustige rivier. Langs de oevers zien wij op veel plaatsen verzorgde/parkachtige plekken en zo te zien een opgeknapt jaagpad. Geleidelijk komt er meer bewolking opzetten. Bij Montmerle zien we om de bocht een paar jachten naar Belleville gaan, de vraag is of wij daar dus nog terecht kunnen en na overleg besluiten wij aan de lange steiger in Montmerle te blijven liggen. Er liggen daar al 2 Belgen en een jacht uit Heusden afgemeerd. Op de steiger is water en electriciteit beschikbaar en op de kade is er markt. Daar de boel verkend, een lekker hard geitenkaasje voor J. ingeslagen en S. koopt zich een gebreid katoenen hesje. Natuurlijk ook het dorpje verkend, we kunnen morgenochtend weer voor vers brood bij de warme bakker terecht. Rond lunchtijd een forse bui en daarna opnieuw een strakblauwe lucht. Na een wandeling van 2 uur met de hond valt het glas wijn weer goed en als wij de salade met bieflapjes en stokbrood op hebben voelen wij ons weer heel voldaan. Om 19 uur komt iemand het havengeld innen (€ 10 all in), ook niet in verhouding tot nederlandse bedragen. Wij hebben nog water en stroom genoeg maar het is prettig te weten dat je zo nodig hier kunt bijtanken. Morgenochtend willen wij op tijd vertrekken en hopelijk kunnen we dan in Tournus bij PK 112 een plekje bemachtigen, 60 km en 1 sluis. Er zijn langs de rivier veel steiger(tje)s bijgekomen maar je moet wel op tijd een plekje zoeken, anders zijn ze bezet.
Maandag 23 mei. Vroeg uit de veren en om 7 uur vers brood. Op het water is het doodstil, alleen de kleine Muck, al eerder vanaf Valence met ons meegevaren is ons al voorbij gekomen. Om 8 uur varen wij aan onder een helblauwe lucht. Weinig activiteit om ons heen, pas vlak voor de sluis komt ons een vrachtschip achterop waarop wij wachten om achter hem de sluis in te kunnen. Bij Macon nemen wij deze keer het nieuwe kanaal buitenom de stad. De volgende sluis kunnen wij aansluiten achter een cruiseschip en de laatste sluis voor vandaag gaat weer met ons tweeën. In Tournus ligt de jachthaven vol en zien wij de Sina van onze Zwitserse kennissen Heidi en Ernst liggen. Zij herkennen ons ook vanuit de verte. Voorbij de brug zien wij dat aan de kade ringen zitten en wij kunnen daar aan de kant komen. De Progres komt weer opzij. De mannen gaan op bezoek bij de Sina. Volgens Ernst heeft Auxonne nu een prachtige, compleet nieuwe haven, nog niet helemaal afgebouwd; hij heeft er al gelegen en een winterplaats besproken. Ondertussen hebben de schippers bedacht om vanavond op de Progres gezamenlijk pizza te eten, er is een pizzeria aan de overkant.
C. en S. gaan samen het stadje in en bezoeken de schitterende abdij van St. Philibert, een klooster en abdijkerk met crypte (ook te bezichtigen) uit de 11e eeuw en het enige Romaanse abdijcomplex in Europa uit deze periode dat nog in zijn geheel bewaard is gebleven. De gebrandschilderde ramen van recente datum -in Reims gemaakt- zijn bijzonder mooi met prachtige kleuren en een aantal fraai gestyleerde voorstellingen. De kleuren in de ramen passen buitengewoon bij de kleuren van het gebouw zelf.
Daarna gaan zij op zoek naar de pizzeria die op maandag en dinsdag gesloten blijkt, een andere zaak is definitief gesloten, dus bij het Office du Tourisme geïnformeerd en 2 adressen gekregen: de eerste is dicht, de tweede niet te vinden. Voor overleg naar de Sina: na een glas champagne gaat Ernst op zoek naar een pizzeria en krijgen wij weer hoop dat we niet hoeven te koken. Herman en Jack verzorgen alvast de tafel terwijl wij met Ernst naar “zijn” pizzaboer gaan. Resultaat nihil: wel open maar vandaag alleen kebab. Opnieuw het stadje rondgesjouwd en uiteindelijk bij een kleine supermarkt vlak bij de volgende brug een verscholen pizzeria gevonden. Opgelucht en met 6 dozen snel naar de boot waar alles ook even snel verorberd wordt, rijkelijk bevochtigd met wijn. De mannen roken nog een “Krumme”, een typisch gedraaide Zwitserse sigaar en de avond wordt genoeglijk voortgezet tot tegen middernacht waarna iedereen zijn/haar bed opzoekt.
Dinsdag 24 mei. Jack is al vroeg uit de veren. Hij had al wat “voorgeslapen” gisterenavond na het verorberen van de pizza maar om 6 uur houdt hij het niet langer uit in bed. Tegen 7 uur volgt S. Vóór we om 8.50 uur aanvaren krijgt J. nog eerst een rugmassage, wordt het schip binnen gestoft en buiten de dode vliegjes van de dekken verwijderd (wat overigens weinig zinvol blijkt want hun familie komt en masse terug voor hun begrafenis) en nemen wij afscheid van Ernst en Heidi. Vervolgens rustig met iets meer wind dan de afgelopen dagen naar de eerste sluis die al voor ons open staat. In de loop van de dag hebben we enkele tegenliggers en in Chalon ligt de haven aardig vol. Vandaag zien wij opvallend veel méér kleine zilverreigers dan de afgelopen dagen. Mooie fraai gevormde dieren die je bij ons in de buurt niet ziet.
Bij Gergy waar wij willen stoppen, ligt de steiger (het lijkt een restant van een vroegere overslagplaats) vol; 2 huurjachten laten weten dat zij alleen maar voor de lunch daar liggen en wij mogen bij hun langszij. Ruim een uur later vertrekken zij en gaan wij aan de steiger liggen. Het is er heel rustig, boven aan de kade is een restaurant (gesloten), het dorp ligt een paar kilometer verderop. De camping naast het restaurant gaat eind mei open. Na een flinke wandeling met de hond komen Cora en Sanne terug en vertrekken “klierende jongetjes”, bang geworden van de hond. De avond is stil en rustig, we horen weer eens niets behalve de nachtelijke geluiden en gaan vroeg/op tijd naar bed om 24.00h.
Woensdag 25 mei. Vannacht was het mistig, in de vroege ochtend wordt het helder. Wij varen vandaag naar St. Jean de Losne waar Sanne de auto zal oppikken en Jack nog 1 sluis samen met H&C verder zal varen naar Auxonne. Opnieuw om 8 uur samen aangevaren. Na een kwartiertje merken wij door een geweldige rookwolk dat Herman problemen heeft met de motor. Hij meldt dat de motor is afgeslagen en dood blijft. Dus een sleeplijn uit en samen naar Verdun sur Doubs waar Jack, na de Progres opzij genomen te hebben, zonder enig zicht maar onder mondelinge begeleiding van Herman blindelings en heel professioneel het schip aan de kade manouvreert. Na ampel overleg gaan wij door naar St. Jean de L. om zo nodig vandaar per auto onderdelen naar het defecte schip te kunnen brengen ter reparatie. In Verdun s. D. is daar geen mogelijkheid voor.
De wind is ondertussen tot 4 Bft toegenomen maar de temperatuur blijft toch wel heel aangenaam. Aangekomen in St. Jean de L. ligt de kade vol, is het (vernieuwde) pompstation tot 15 uur gesloten en gaan we dus noodgedwongen de haven in waar we nog een lege plek vinden en afmeren. Op het kantoor van H2O treffen wij Jean Paul Fortin, die onze autosleutels veilig heeft opgeborgen. Als wij aangeven dat wij naar Auxonne doorvaren en morgen de auto willen ophalen kijkt hij bedenkelijk en laat weten dat er geen openbaar vervoer tussen beide plaatsen is. Maar hij heeft, na overleg met een collega, een oplossing: als wij nú doorvaren naar Auxonne kan een van ons met een andere college, die een boot om 18 uur van Auxonne ter reparatie naar hier terugvaart, mee. En zo vertrekken wij opgelucht verder via de olieboer, die om ons te plezieren al open gaat als wij vóór 15 uur aankomen. Daarna met gezwinde spoed en wat geluk bij de sluis, die net opengaat als wij er aankomen –de eerste sluis met een draaistang deze reis- naar onze voorlopige vaste ligplek voor ongeveer 2 maanden in Auxonne. Om even half 6 meren we af en vaart Jack een half uur later op een ander jacht met een monteur terug naar St. Jean de Losne.
Om 21 uur is hij weer met de auto in Auxonne terug, borreltje, eten en moe naar bed. Herman meldt dat de motor van het schip al weer even gedraaid heeft (probleem was water in de dieseltank). Eventueel gaan wij morgenochtend naar Verdun sur Doubs, gaat alles toch goed dan komen zij morgen hier.
Donderdag 26 mei. Vandaag wat regen, voor het eerst sinds.. ? weken, eerst in april thuis en vervolgens hier niet meer meegemaakt. Herman meldt dat zij uit Verdun vertrokken zijn en waarschijnlijk vanavond hier arriveren. J. poetst het schip buiten, S. binnen; spullen worden in het vooronder opgeruimd en de Artemis wordt als voor de winter klaar gemaakt en vastgelegd. Even half zes komen H&C. de haven binnen en worden de ins en outs van de dieselproblemen bij een glaasje wijn in de stuurhut besproken. De zon die het al even liet afweten, is weer verschenen maar het is te koud om nu nog buiten te eten. Op de haven is het een en al bedrijvigheid: op 4 juni zal de officiele opening plaatsvinden en er moet nog heel wat geregeld worden. De havenmeester Roy is van huis uit een Ier die de afgelopen 17 jaar tussen Nederland en de Middellandse Zee met zijn spits heeft gevaren en de Franse waterwegen goed kent. Zijn vrouw Carol helpt hem bij zijn taken, verwelkomt de gasten, helpt bij het afmeren etc. De werklui op de haven, een flink aantal en van diverse nationaliteiten, zijn vriendelijk en behulpzaam. De bedoeling is dat er nog een aantal faciliteiten bijkomen, o.a. naast de haven een plaats voor campers met een vuilwater-afpompstation van de gemeente waar ook schepen vanaf het water hun tanks kunnen legen.
Vrijdag en zaterdag 26 en 27 mei. Beide dagen prima weer. De tijd gebruikt om alles in orde te maken voor het vertrek naar huis en de boot te voorzien omdat wij minstens 2 maanden in Nederland zijn vanwege de operatie van J. Cora en Sanne wandelen dagelijks enkele uren met Jacky, de hond, zoveel mogelijk steeds andere routes. De mannen zijn bezig met technische zaken en bespreken de problemen daarvan. Zaterdagavond gaan wij met zijn vieren heerlijk uit eten in de buurt van het het station, even buiten het stadje, aan de rivier en met uitzicht op de stuw die nog in renovatie is. Volgens zeggen zou in de toekomst de dam tussen haven en rivier s’ winters niet meer overstromen bij hoog water?
Morgenochtend vertrekken wij omstreeks 10 uur en hopen tegen augustus de boot verder terug te kunnen varen naar Nederland wanneer de operatie en revalidatie van J. goed zijn verlopen. En S. wil maandag haar arm die maar steeds niet beter wordt, door de fysiotherapeut laten behandelen.
Het eerste deel van de terugreis zit er op: we hebben het niet beter kunnen treffen, zowel met het weer als met onze vrienden als gezelschap. En ook voor de schijnbaar nonchalante hulp die zij mij (Sanne) boden in de sluizen.
Reisgegevens:
Haven La Robine – haven Auxonne: totaal kilometers: 780
Totaal motoruren : 82.25h totaal vaaruren: 85.25h.
Sluizen: 33 tunnels: 1
Juni en juli. Bij terugkomst in Nederland blijken de beperkingen en de pijn in de arm van S. veroorzaakt te worden door een opnieuw gebroken schouder/bovenarm, een gevolgschade (avasculaire degeneratie van de kop van de bovenarm) van de breuk in 2008 en is een operatie onvermijdelijk. Begin september zal zij in Hilversum een complete schouderprothese krijgen.
Noot van de schipper : wat een bikkel is mijn maatje. 3 Weken op het voordek alles regelen met een gebroken schouder!! Daar neem ik mijn schipperspet diep voor af.
Een week na de thuiskomst wordt J. met succes in Gronau geopereerd en kunnen wij dus in principe de laatste week van juli weer aan boord .