ARTEMIS 25e en 26e week reis 2016 (week 39 en 40)

Voor trouwe en mogelijk nieuw lezers nog maar eens gemeld: als je een vergroting van een foto wilt zien: er op klikken en nadien weer terug naar de tekst door op de knop vorige pagina te drukken..

Maandag 26 september.

Behoorlijk fris vanochtend. Dus de kachel er maar bij. Vanwege de mist moet het schilderen even uitgesteld worden, dus gaat Sanne op de fiets naar de supermarkt in Montech. In de middag is het weliswaar warmer en droog maar te laat om te lakken. Dus de bakboord-zijkant in de was gezet. Tegen zessen komt er zowaar een gemeente- ambtenaar het havengeld innen, jawel € 15,- voor 5 nachten, incl. water en stroom. Normaal betaal ik aan de kapper meer, maar die was vandaag weer gratis.

Dinsdag 27 september.

Mooie zonnige dag, dus er wordt her en der gelakt. We overleggen uitgebreid over de scheurtjes in het bestaande verfwerk van met name de gangboorden. We gaan toch maar wat dingen uitproberen de komende dagen. Sanne is dat eigenlijk wel een beetje zat, vindt het meer “lapwerk”, maar een betere oplossing hebben we niet.

Woensdag 28 september.

Het wordt een soort experimenteerdag. Een grote lelijke plek in het gangboord opengehakt en vervolgens met een of ander 2- componenten spul weer afgevuld. Lijkt goed te werken, alleen maak je altijd teveel aan van die troep. Een aantal kleinere barstjes met een snelplamuur behandeld, lijkt ook wel redelijk te gaan, maar het is best moeilijk om een en ander mooi strak af te werken. Maar Sanne kan heel goed schuren. We bellen met de zonen. Met S. & W. gaat alles goed, J. heeft zo zijn twijfels. Ook gebeld met het thuisfront in onze woonplaats. Daar is ook wel het een en ander gebeurd.

Donderdag 29 september.

Gevaren: 1.35 uur, 5 sluizen en 8 km.

We hebben allebei niet erg goed geslapen. Toch weer gezondheidszorgen. Sanne eerst nog op de fiets naar Montech, met name voor de aanschaf van een set startkabels, bij de Lidl in de aanbieding. Daarna om 11 uur aangevaren, de sluizentrap bij Montech vlot gepasseerd en afgemeerd net voor de sluis van Escatelense bij een stukje heel lage kade. De stuurboordkant van het schip schoongemaakt en in de was gezet (Sanne). Ik repareer ondertussen een van onze stuurhut stoelen, maar heb niet erg veel vertrouwen dat die stoel, ondanks de reparatie, het einde van de vakantie nog zal meemaken.

Vrijdag 30 september.

Jim, onze havenmeester, na gedane arbeid

Jim, onze havenmeester, na gedane arbeid

Gevaren: 0.30 uur, 1 sluis en 2 km.

De dag start een beetje somber maar tegen 11 uur breekt het zonnetje door. Op tijd weg naar de steiger van St. Porquier, waar een frans zeiljachtje zich nauwkeurig in het midden heeft vastgelegd; voor en achter resteert dan 10 meter kade en dat is ietsje krap in een smal kanaal met doorgaande vaart, die lang niet altijd genoeg en op tijd snelheid mindert. Ik probeer de man uit te leggen dat je zo niet hoort af te meren, vergeefse moeite, hij was hier toch eerder. De rest van de dag besteed aan het bijwerken van de gangboorden en het berghout op de kop. Gelukkig gaat het pas vannacht laat regenen en alles blijkt net voldoende droog te zijn geweest. J. moet maandag a.s. weer nader onderzoek ondergaan. We besluiten daarom morgen in Moissac niet door te steken naar de Tarn, maar in de haven te blijven liggen.

Zaterdag 1 oktober.

herfstavond

herfstavond

Gevaren: 3.15 uur, 9 sluizen en 15 km.

Allebei vroeg wakker omdat het tegen vijven lichtjes begon te regen, maar het verse verfwerk heeft e.e.a. goed doorstaan. Als we even na 9 uur vertrekken barst er een gigantische onweersbui los, zo erg dat we elkaar in de stuurhut nauwelijks kunnen verstaan. Door afwisselend wat harder en zachter te varen kunnen we het precies zo regelen dat het in de sluizen steeds net even wat minder hard regent, maar dat is puur geluk. Dat hebben we niet als we even voorbij Castelsarrasin de hulp van de VNF moeten inroepen omdat de sluis ‘ne marche pas’. Vrijwel direct nadat Sanne ze via de intercom op de sluis heeft opgeroepen zijn ze er al: de storing was bekend en ze hadden ons al gespot! Nog net voor lunchtijd zijn we al weer in onze thuishaven, waar meteen diesel wordt getankt en vervolgens afgemeerd tegenover de capitainerie. Na de lunch wil ik een ietsje teveel aan getankte dieselolie opruimen, maar dan ontdek ik plotseling dat er in één vloercompartiment in de machinekamer een beetje water staat. Waar kan dat nu in hemelsnaam vandaan komen? Aan de roest en de prut te zien moet het er al even gestaan hebben. En waarom is niet alles verdampt bij de tropische temperaturen van deze zomer. Vanwege die paar plankjes die er gedeeltelijk overheen liggen? Afijn, de boel schoon en droog gemaakt en vervolgens zo goed en zo kwaad als het ging (hangend over de uitlaat, met je knieën steunend op allerlei randjes en met behulp van een spiegel om onder de dieseltank en onder de motorsteunbalk te kunnen kijken) het betreffende vloercompartiment in een mengsel van Owatrol en menie gezet. Uiteindelijk moet de conclusie zijn dat we dat stukje vloer na de geschiedenis met de ontplofte accu niet goed schoon/droog hebben gemaakt. J. meldt hoe het met hem gaat; wij zijn er niet helemaal gerust op, hij ook niet trouwens. Verder nog even bijgepraat met Iain en Kaz, terug uit de Caraïben, (de peperplantage is vooralsnog niet gelukt) maar zij hebben het volste vertrouwen dat het ergens in de komende maanden wel gaat lukken.

Zondag 2 oktober.

nog maar een paar boten aan de Tarn-kade

nog maar een paar boten aan de Tarn-kade

De verf in de machinekamer is nog wel niet helemaal droog, maar het lijkt erop dat er geen vocht bijkomt. Alle zooi opgeruimd. Nog een dagje afwachten. J. meldt dat het iets beter lijkt te gaan. In de avond komen Bill en Winnie gezellig borrelen en daarna gaan we naar de pizzeria: helaas, niet op gerekend: vakantietijd is over en dus zijn alle restaurants dicht. Gelukkig ééntje niet, recht tegenover de abdij. Ze hebben daar overigens een fantastische witte huiswijn. Tegen tienen zijn we terug aan boord en nemen bij een brommend elektrisch kacheltje nog een lekker slaapmutsje alvorens we de koude kooien opzoeken.

Maandag 3 oktober.

Sanne heeft bar slecht geslapen en blijkt op meerdere plekken onder haar boezem grote rode, verdikte, zeer pijnlijke en heftig jeukende plekken te hebben. Zelf denkt ze dat een of twee steekvliegen in haar blouse verdwaald zijn, maar ik kan me dat niet goed voorstellen: op zo’n plek verdwaal je toch niet. Maar het ziet er best heftig uit. J. belt, hij zal weer een paar dagen niet thuis zijn; zijn verdenking was juist. Om 18 uur naar de overkant van de haven voor de traditionele ‘fish and chips’, waar het barstens druk is vandaag. Maar als altijd beregezellig.

Dinsdag 4 oktober.

De situatie rond de plekken op haar (Sanne’s) bovenlijf wordt steeds vervelender, heftige jeuk, pijnlijk bij de minste of geringste aanraking, zelfs van haar eigen kleren. Dus maar stevig aan de medicijnen. ’s Middags gaat ze nog wel met Winnie naar de supermarkt, maar een middagbijeenkomst met een Frans-Engels praatgroepje wordt afgezegd. Wel koopt ze nog een heel grappig/mooi spencer/vest bij Laurence (van de Zag), door Laurence zelf gebreid. De machinekamer blijft kurkdroog, al is de verf nog net nat. Om eventualiteiten maar voor te zijn -morgen komt Iain om de diverse olie- en brandstoffilters te wisselen- toch deze middag maar gebruikt om de wintertent er op te zetten. Bovendien scheelt het een dubbele trui. In de middag belt J. omtrent het verloop en meldt dat hij nog een paar dagen mag blijven. Alle plekken in het gangboord worden geschuurd, geplamuurd en geschilderd, Sanne zet de stuurboordkant van de opbouw in de was. We vervangen het zomertentje door de wintertent, die veel beter de warmte vasthoudt; midden overdag is dat niet direct nodig maar in de ochtend en de avond scheelt het een jas. Bovendien komt Iain morgen helpen met de winterbeurt van de motor en als het regent is dat erg lastig. En ik wil absoluut geen druppel water meer in de machinekamer. Alle gerepareerde plekken in het gangboord zijn overgeschilderd, maar blijkbaar zit in de pot speciale verf voor de gangboorden geen antislipzand. Sanne heeft het lumineuze idee om van het overschot van het 2-componenten vulmiddel met grof schuurpapier kleine korreltjes af te schrapen en die vervolgens door die verf te mengen. Het effect is fantastisch, je ziet nauwelijks verschil tussen oud en nieuw verfwerk en het is voldoende ruw.

Woensdag 5 oktober.

Om half elf komt Iain voor de motorbeurt en een uurtje later is alles gepiept. Helaas laat ook hij op het laatste moment het (gloeiend hete) oliefilter uit z’n vingers glijden, zodat het toch nog een beetje een rotzooi wordt onder de motor. Maar na 2 uurtjes poetsen is ook dat weer opgeruimd. Nigel, eigenaar van de Sirius en in een vorig leven elektrotechnicus, komt aan boord en test de accu’s. Die zijn prima. Conclusie moet dus zijn: de zonnepanelen zijn versleten. Ook de nieuwe regelaar van Johan (van de Rust Roest) heeft geen verbetering gebracht. Hij doet een voorstel voor een nieuwe regelaar en nieuwe panelen, daar moeten we wel even over nadenken en slikken. Maar het voordeel van die oplossing is dat we geen nieuwe omvormer en geen nieuwe koelkast hoeven te kopen. Het is wel gezellig op dit moment in de haven, op bijna alle boten is wel iemand aan het klussen of al bezig met het winterklaar maken, dus er valt overal wel wat te OH’en.

Donderdag 6 oktober.

Zo langzaam aan maken we het schip klaar voor de winter. Raampjes in de ventilatiestand, dek wordt al grotendeels in de was gezet. Vooronder opgeruimd en veel oude troep, doeken vol met olie en vet, tegelijk met restanten onbruikbare verf en tankjes met afgewerkte olie naar de dechetterie gebracht. Die nemen alles probleemloos aan en helpen nog met uitzoeken van wat waar thuishoort. Hoewel het ’s middags erg mooi zonnig is, blijft het een beetje killig aan boord omdat we nagenoeg de hele dag in de schaduw liggen. Dus besluiten we om morgen naar de Tarn af te schutten waar we de hele dag zon hebben. Tegen zessen een afscheidsborrel met Mike en Gill (CarolyN), zij gaan morgen terug naar de UK. Met J., nu weer thuis, gaat het iets beter. S&W melden dat zij morgen voor een weekend naar Gdansk vliegen. Ook met Sanne gaat het iets beter, de medicijnen, eigenlijk bedoeld voor wespensteken, lijken redelijk te werken.

Vrijdag 7 oktober.

bijna nacht op de Tarn

bijna nacht op de Tarn

Gevaren: 0.45 uur, 2 sluizen en 0.5 km.

Tamelijk koude nacht, de kachel moet het leven ’s ochtends wat aangenamer maken. Na de lunch maken we los en varen naar de sluis om de rivier op te gaan. Een en ander gaat dit keer niet helemaal lekker: bij het wegvaren blijft de vlag haken achter het anker van onze achterbuurman met als verrassend effect dat de vlaggenstok scheurt. Als we daarna voor de sluis komen blijkt dat daar een boot juist opkomt en ik moet dus wachten. Die opkomende boot (Allegro) heeft kennelijk geen boegschroef en komt met een zodanig ruime bocht uit de sluis voor ons langs dat ik niet naar voren kan en juist op dat moment gaat de kanaalsluis opzij van ons open en krijg ik een forse zijstroom, waardoor ik niet kan voorkomen dat het roer een van de fenders van een afgemeerde boot schuin achter ons raakt en dat is het definitieve einde van de vlaggenstok en een minikrasje op het roerkwadrant. Had helaas net geen tijd meer om de uit de kanaalsluis komende schipper even flink uit te kafferen. Hem was nota bene door de havenmeester gevraagd om een minuut te wachten tot de doorgang vrij was, maar daar had de zak geen zin in. Al met al een emotievol minuutje. Waarna het vervolgens op de kade veel minder zonnig was dan waarop we gehoopt hadden. Om 18 uur gaan we naar de vaste havenkroeg (de Sunbeam) waar al heel wat bootjesvolk zit. Staan er net een aantal grote bierpullen op tafel, dondert alles om door een hond die de tafel omver trekt. Ik ben vanaf mijn middel drijfnat: trui, broek, onderbroek en sokken klets en bovendien een ijskoud kruis. Hilariteit alom. Sanne schrijft hierover in haar logboek: “Jack vermant zich en loopt als een kleuter met een natte luier wijdbeens terug naar de boot. Juist op dat moment komt er een wagen van de pompiers met zwaailicht op en sirene aan voorbij. Jack wenkt ze, maar ze doen net of ze hem niet zien. Het was een geweldig schouw- toneelspel en bijzonder vermakelijk voor alle gasten”. Ja ja, maar het was echt koud en het rook ook niet fris. Gelukkig was de pizza daarna overheerlijk.

Zaterdag 8 oktober.

heldere en koude nacht bij halve maan

heldere en koude nacht bij halve maan

De nachten worden steeds kouder, de verwarming (vergeten af te zetten) sloeg al om 4.30 uur aan. Afgezet en terug in de warme kooi. Om 7.30 uur opgestaan en toen mocht het kacheltje een uur lang lekker snorren, alvorens het binnen weer 20 graden was. Sanne gaat boodschappen doen met Bill en ik tref voorbereidingen om de machinekamer te gaan schilderen. Die middag wordt er hard gewerkt, Sanne zet de dekken in de was en ik de machinekamer in de verf. Allebei dus moeizame klussen. Verder was het vandaag wel lekker warm en zonnig en in elk geval een stuk minder koud dan op deze dag 47 jaar geleden toen we ’s ochtends om 9 uur bij het stadhuis in Utrecht stonden te vernikkelen in afwachting van de trouwambtenaar.

Zondag 9 oktober.

Volop zon na een heldere en dus koude nacht (3.2 graden). De ochtend wordt doorgebracht met gepaste zondagsrust. In de middag verf ik het laatste deel van de machinekamer en Sanne draait een paar wassen. Beiden zien er daarna weer prachtig uit. Omdat we nu de hele dag in de zon liggen is het heerlijk warm en dat blijft het tot ongeveer 23 uur ‘s avonds. Dan mag het elektrisch kacheltje nog even erbij. Hopelijk blijft het nog een paar dagen zo, maar voor het einde van de week is er flink regen voorspelt. Komende woensdag nemen we de definitieve beslissing wanneer we naar huis gaan. Dat hangt voornamelijk af van wat er in Rotterdam beslist gaat worden.