Zondag 16 september.
We hadden gistermiddag een ernstige aanval van luiheid. Dus zijn we blijven liggen op ons mooie plekje aan de kopsteiger, mét uitzicht en zónder hinder van wat ook. En zelfs de zon liet het niet afweten.
Vanochtend die luiheid van ons af proberen te zetten en zo vertrekken wij ná de lunch richting Rhone-Rijnkanaal. Op de Saone veel (huur)jachten, de schutting bij Auxonne verloopt vlot en wij kunnen een uurtje later de sluis bij St Symphorien, die toegang geeft tot het R.R.kanaal, invaren. De sluiswachter komt opdagen en wij worden in een mum van tijd (je wordt flink nat van het opspattend water) 3 meter hoger getild. Dan is het tijd voor een kort gesprekje, (info over de werking van een ingenieus apparaat waarmee je de sluizen op dit traject bedient) wat meer dan een half uur duurt en als het aan de sluismeester had gelegen, nog wel eens 2 keer zo lang had mogen zijn. Gelukkig hadden wij geen voorligger waar de sluiswachter ook zo lang mee aan de praat was! Op zijn advies meren wij net voor de volgende sluis af, ongeveer 500 meter verderop, aan een ietwat merkwaardig bevestigde loopplank naar de wal en een paal een eind het water in. Wij kunnen in elk geval de wal op en liggen stevig vast, met een hoop extra beveiliging vanwege de zuiging van voorbijvarende schepen in dit smalle stuk. Wij verkennen de aanleg- en eventuele overwinteringsmogelijkheden hier (St. Symphorien is een gekende winterhaven voor wat grotere schepen) en besluiten super snel en unaniem dat dit geen optie voor ons zal zijn. Wat een zooitje.
Vaartijd 2,35 uur, 15 km. en 2 sluizen.
Maandag 17 september.
Om 9.00 uur liggen wij in de sluis, het water spuit de sluis in maar de hoeveelheid water valt mee en wij stijgen dus heel rustig. Het kanaal is de eerste paar km. wel aardig, daarna wordt het een saai stuk met enkel chemische industrie waar het ook een aantal kilometers verboden is te stoppen/af te meren. Het varen zelf is vermoeiend vinden wij: een kanaal met een smalle vaargeul, weinig diepte, grote rotsblokken/ veel stenen aan de kanten. Je hoopt geen tegenliggers te krijgen (wat natuurlijk wel gebeurt). Verderop komen we nu ook regelmatig op de rivier de Doubs en de omgeving wordt een stuk aardiger. In Choisey zien we een mooie steiger waar wij zouden kunnen liggen maar in de hoop om in Dole een plek te hebben varen wij verder. In Dole kunnen wij echter de jachthaven niet in, de vingersteigers zij veel te kort. Aan de overkant aan een kade waar nog twee grotere schepen liggen, geprobeerd aan te leggen maar de diepte is onvoldoende. Helaas, we zullen op de terugweg dus toch in Choisey moeten stoppen en dan per fiets naar Dole. De omgeving wordt steeds mooier. Een uurtje verderop gevaren ontdekken we een mooi steigertje tegenover een stuw in Rochefort. Er ligt al een schip en wij kunnen er nog precies bij. Een prachtige plek, mooie oever tegen een bergwand, een schitterend omgeving . Een slechtvalk heeft zijn nest boven op de berg.
Vaartijd 5.30 uur, 26 km. en 10 sluizen.
Dinsdag 18 september.
Weer en omgeving verleiden ons een dag te blijven liggen. Lezen, wandelen. Overdag passeren slechts een paar jachten, tot onze verrassing ook een Duitse (geladen) spits. Wij liggen alleen aan de steiger tot tegen de avond de Pantha Rhei (ook uit Auxonne) ons gezelschap komt houden. In de avond slaat het weer volledig om.
Woensdag 19 september.
Na de regen gisterenavond en vannacht laat de zon zich nu weer zien maar is het veel minder warm. Vandaag varen wij afwisselend over de Doubs zelf en over stukjes kanaal, waarin meestal de sluizen liggen. De rivier bevaren betekent extra oplettend zijn en heel goed de vaargeul zoals op de kaart aangegeven volgen. Daarbuiten zijn er allerlei ondieptes met meestal een rotsbodem. Daarop terecht komen zou wel erg zonde zijn van de mooie (en dure) coating die dit voorjaar op het onderwaterschip is aangebracht. De vaargeul is klaarblijkelijk op veel plaatsen niet meer dan een paar meter breed terwijl de rivier vaak tientallen tot soms ruim over de honderd meter breed is. Er ligt nauwelijks betonning, maar op de wal staan voortdurend borden die de te houden afstand tot de oever aangeven. Dus moet je nu eens 10, dan weer 15 of 20 meter uit de kant blijven en daarbij nauwkeurig de oeverlijn volgen. Rechte stukken kent deze rivier niet en door de weelderige begroeing is niet altijd even duidelijk waar de oever exact zit. De kanaalstukken lopen nog al eens door dorpjes en de breedte is daar dan vaak over enige afstand precies op de maat van een spits gemaakt (5.5 mtr), liefst nog met een bocht erin en metershoge kademuren. Ietwat lastig in geval je een tegenligger krijgt. De sluizen hebben een gemiddeld verval van 3 meter maar daarboven komt nog een heel stuk kademuur van ongeveer 2 meter, dus de lijnen vastleggen met behulp van de pikhaak is echt een kwestie van reiken en rekken (maar het lukt Sanne altijd).
De op de kaart aangegeven havens of afmeerplaatsen zijn meestal berekend op schepen van 10 á 12 meter en een diepgang van 80 cm, dus voor ons ongeschikt. Gelukkig hebben wij van een Zwitser die bekend is op dit stuk water, een aantal aanwijzingen gekregen waar wij nu dankbaar gebruik van maken. En zo kunnen wij afmeren aan een scheidingskade tussen een gekanaliseerde stuk en de rivier precies naast een grote stuw, een prachtige plek, verder alleen te bereiken te voet over een overgroeid pad en 8 km. van een dorp. Aan beide zijden een bergrug. En vandaag hebben wij al zoveel mooie natuur gezien. Wij kunnen alleen niet bellen of mailen, er is geen ontvangst mogelijk.
Vaartijd 5.30 uur, 31 km en 11 sluizen.
Donderdag 20 september.
De temperatuur is vannacht tot 3 graden gedaald, voor Jack een reden om de kachel eens flink op te stoken bij het opstaan, voor Sanne om zich in bed om te draaien en te wachten op “warmere tijden”. Jack heeft het daarna druk met het opnemen van al het condenswater dat van met name de oude maar helaas ook van de nieuwe dubbel glas ramen druipt. Dan na het ontbijt kalmpjes verder. De tunnel van Thoraise is ludiek en kunstig: Vóór zowel de in- als de uitgang ervan stroomt een soort watergordijn dat ophoudt te vallen zodra je er vlakbij bent (hetgeen kennelijk wel eens mis gaat).
Bij Besancon liggen wij bijna een uur te wachten voor de tunnel met bijbehorende sluis vanwege de middagpauze van de sluiswachter/tunnelbewaker. Evenals bij een eerdere dubbele sluis is hier ook bemensing, maar natuurlijk niet tijdens het ‘arret du midi’. En dan varen wij naar de Port Fluvial, volgens de infofolder volgend jaar klaar (gerenoveerd) en voor schepen boven de 14 meter, maar wij kunnen er al prima aan de prachtige pontons aanleggen, er is zelfs water en stroom en er liggen al een paar jachten.
Op de kade ook volop activiteit: een groot modern gebouw wordt er neergezet, het Centre des Arts, met o.a. een nieuwe muziekschool. Bij het Office du Tourisme de nodige info gehaald en nog een stuk op de fiets.Het valt ons op dat het hier in de avond en nacht heel rustig is, ondanks dat je midden in de stad ligt.
Vaartijd 5.55 uur waarvan 1 uur wachten voor de sluis, 18 km, 7 sluizen en 2 tunnels.
Vrijdag 21 september.
Veel minder koud tijdens de nacht dan gisteren, het wordt zelfs aangenaam als de zon rond half elf boven de bergkam verschijnt. Wij blijven vandaag hier.
Jack verzorgt de machinekamer en in de middag gaan we de stad verkennen. Om half zes net op tijd terug om de droge was binnen te halen voordat een stortbui losbarst. En het blijft gieten. Ons plan om morgen naar Deluz te gaan wordt onzeker.
Zaterdag 22 september.
Het heeft de hele nacht hard geregend en dat doet het nog steeds, dus blijven wij liggen. In de middag wordt het wat droger en heeft Jack veel werk om al het vuil dat vannacht met de regen op het schip terecht is gekomen er af te schrobben. En opnieuw een mooie verkenningstocht door de stad.
Zondag 23 september.
Volop zon, het water is vannacht zeker 10 cm.gestegen en het stroomt oerend hard. Terwijl Jack de wastafelkraan lekvrij probeert te maken ga ik een kijkje nemen op de overdekte markt en koop daar nog wat speciale kaasjes. Het vinden van een bakker die open is op zondag wordt wat moeilijker en uiteindelijk is er een salon du thé waar ik een bagette bemachtig. Heel on-frans dus. Rond de middag wagen wij ons weer tegenstrooms de rivier op en houden ons op uitdrukkelijk advies aan de geadviseerde afstand van de oever.
Wij stoppen in Deluz en precies terwijl Jack de laatste draai aan het stuurwiel geeft om een box in te varen knapt de roerkabel. Wat zijn we blij niet net voor een stuw midden op de rivier te zijn of een sluis stroomopwaarts of, nog erger, stroomafwaarts in te moeten!! In de haven geen mens te zien behalve een booteigenaar die op zijn schip bezig is en ons vertelt dat er vanavond een “mecanicien” komt voor het havengeld.
Wij zien echter niemand verschijnen en komen tevens tot de ontdekking dat wij ook het haventerrein niet af kunnen. De boel hier is hier duidelijk goed afgesloten.
Vaartijd 3.25 uur, 19 km. en 4 sluizen.
Maandag 24 september.
Voorafgegaan door onweer gaat het in de na-nacht flink regenen en dat blijft zo tot tegen de middag. De ook gisteren aanwezige booteigenaar (in de buurt woonachtig), biedt aan om met Jack op zoek te gaan naar een nieuwe roerkabel en zijn na bijna 2 uur, ruim 50 km en bezoek aan 5 verschillende ijzerhandels weer terug, mét kabel. De goede man, (overigens een gepensioneerde gendarme die de hele streek kende als zijn broekzak) wil van geen bedankje weten en komt zelfs ’s middags nog een speciale betonschaar brengen om de kabel op lengte af te kunnen knippen. Het is in de middag gelukkig droog en zo kunnen wij doorwerken om de zaak gerepareerd te krijgen. Om 6 uur zit de nieuwe kabel vast, morgen bijstellen en als wij geluk hebben functioneert alles weer. Aangezien de komende 2 dagen slecht weer voorzien is blijven wij tenminste tot donderdag hier liggen: beschut, water, electriciteit, weinig tot geen (water)verkeer, en een mooie omgeving. In het dorp (600 inwoners) een kleine epicerie en vers brood. En vanavond komt de “mecanicien” voor de penningen en krijgen wij uitleg hoe we het haventerrein op/af kunnen. Een stille dag, alleen 1 jacht dat uit de haven vertrekt.
Dinsdag 25 september.
De lucht ziet er niet goed uit, de temperatuur is duidelijk gedaald en het is nauwelijks een vraag hoe lang het nog droog blijft. Wij besluiten dus om nu dan toch maar het zomertentje te vervangen door de wintertent na eerst nog het achterste stuk van het stuurhuisdek in de was te zetten. Het geluk is deze keer met ons (alweer) want, de tent nét verwisseld en nog vóór wij de ritsen helemaal dicht hebben, begint het te hozen en, met regelmatig ook onweer, houdt dit aan tot in de avond. Ondertussen verder gewerkt aan het stellen van de roerkabels wat een hele klus blijkt. Het is hier vandaag relatief druk: 4 schepen die langs komen c.q. hier afmeren. Het vaarseizoen voor huurboten lijkt zo ongeveer voorbij. Op de rivier staat een flinke stroming na alle regen van de afgelopen dagen. En er wordt nog veel meer verwacht. Morgen en donderdag wordt voor beide dagen 20 tot 40 mm neerslag voorspeld. De keersluis die dit stukje kanaal met de haven beschermt tegen hoogwater is zojuist gesloten. We zullen waarschijnlijk pas tegen het weekend weer verder (= terug richting Auxonne) kunnen. Al met al niet het schitterende herfstweer waarop we hoopten. Maar binnenboord is het droog en warm en buiten is er een bakker vlak in de buurt.
Tot slot een videopname: dus als het nu mis gaat is dat even jammer.