Wil je de foto’s vergroot zien dan erop dubbelklikken. Om terug te gaan naar het bericht klik op terug/back.
Maandag 16 juli.
Sanne doet uitgebreid boodschappen bij de Lidl, helemaal aan de andere kant van het dorp. Aan de ene kant zit dus de Aldi, aan de andere kant de Lidl. Een situatie die je op steeds meer plaatsen ziet en waartegen de kleinere plaatselijke supertjes duidelijk niet zijn opgewassen. Betekent overigens ook dat boodschappen doen steeds meer tijd kost. Gelukkig zijn er meestal nog wel bakkertjes in de nabijheid. Om 12 uur vertrokken. Onderweg komen we de Raaf uit Amsterdam tegen, de tweede spits op deze tocht. De vrachtvaart loopt nu toch echt wel op z’n eind en het wordt dus steeds meer de vraag of de VNF wel door zal gaan om alle kanalen open te houden. In Dun liggen alle verhuurboten nog voor de wal; op de havensteiger is nog ruim plek over. Vanaf Dun zijn alle sluizen weer ouderwets handbediend. Sluiswachters, veelal werkstudenten, bellen wel steeds door naar de volgende sluis zodat we redelijk vlot kunnen varen. Wij gaan door naar Consenvoye, waar we achteruit het minihaventje invaren. Men heeft duidelijk veel werk gemaakt van het aankleden van de landtong tussen de sluis en het haventje: picnic tafels, speeltoestellen, prachtige bloembakken en planten, maar geen mens te bespeuren. In de haven liggen we ook alleen. Het was vandaag koud en somber maar gelukkig nauwelijks regen.
Vaartijd 5 uur, 8 sluizen en 30 km.
Dinsdag 17 juli.
Droog, winderig en koud. In Verdun gaan we in de industriehaven liggen en zijn weer alleen. Onze “vaste” plek, super rustig en tegenover een gigantische Leclerc. De officiele haven ligt altijd vol, zo ook nu, en slechts een enkeling staat het dubbel liggen toe, dus dat proberen we meestal maar niet meer. In de namiddag wordt het zowaar zonnig en aangenaam warm.
Vaartijd 3.45uur, 4 sluizen, 24 km.
Woensdag 18 juli.
Om 10 uur aangevaren. De jachthaven is een stuk leger dan gisteren, dus zijn er al veel schepen vóór ons vertrokken. Dat merken we dan ook wel. Bij elke sluis is het wachten óf op voorgangers óf op tegenliggers. We hebben in geen weken zoveel schepen gezien. Een sluiswachter heeft een simpele verklaring: mensen varen niet als het regent, hij had het deze maand nog niet zo druk gehad als vandaag. In Dieu ligt het haventje (6 plekken) vol. We varen door naar La Croix. Pikken daar nog net de laatste vrije plek aan de steiger. Even daarna komen nog diverse schepen binnen en uiteindelijk ligt alles dubbel. Voorheen lagen we hier meestal alleen. Best mogelijk dat het ook iets te maken heeft met het feit dat hier nu ook electriciteit beschikbaar is. En het is nog gratis ook. Vandaag was onze eerste zomers warme dag, zij het met veel wind. Electra,zon en wind: dus Sanne draait snel een was en een paar uur later alles droog in de kast. In de avond voor het eerst deze reis buiten nog een glas wijn gedronken. Maar de barometer zakt gierend en de zwaluwen vliegen door het gangboord.
Vaartijd 5.20 uur, 7 sluizen, 28 km.
Donderdag 19 juli.
Als te verwachten heeft het vannacht fors geregend, inmiddels is het bijna droog, maar somber met veel wind. Ik maak me steeds meer zorgen om de nieuwe meetapparatuur van de vullingsgraad van zowel de drinkwatertank als de zwartwatertank. De drinkwatertank geeft aan nog steeds vol te zijn, terwijl ik aan de ligging van het schip kan zien dat de tanks praktisch leeg moeten zijn. De zwartwatertank apparatuur geeft aan dat die tank nog slechts voor een kwart vol is. Maar bij controle blijkt die ruim meer dan half vol te zijn. Gebeld met de importeur. Afgesproken dat we alles opnieuw zullen instellen zodra we daar de kans toe hebben. Daarvoor moet n.l. de drinkwatertank vol zijn en zwartwatertank leeg.
Om 10.45 uur gaan de touwen los. Passeren St. Mihiel, steiger ligt vol, alles dubbel afgemeerd, een zelfs driedubbel.
Iets na enen komen we voor de sluis van Han: telebediening activeert de sluis niet. Wat we ook proberen, de bovendeuren van de sluis bliven open staan. Met enige moeite Sanne op de kant weten te zetten, die op de sluis de VNF belt: “we komen er aan”. Ondertussen komt van de bovenkant een groot Engels jacht aangevaren, die na een poos wachten toch maar de sluis invaart, waarom niet: de deuren staan nog steeds open. Maar ook hun lukt het niet de zaak in werking te krijgen; de bovendeuren zijn en blijven open. En passant vertellen de Engelsen dat zij gisteren ook al problemen met deze sluis gehad hebben. Nogmaals de VNF gebeld. Duizend excuses en we komen er zo aan. Uiteindelijk duurt het 5 kwartier voor er iemand (een juffrouw) verschijnt. Die rommelt wat in het bedieningshokje en even daarna draait alles weer naar behoren. Zij gaat vervolgens in haar auto zitten lezen, kijkt niet op of om, laat staan dat we enige uitleg krijgen waarom het zo lang geduurd heeft. We vragen er ook maar niet meer om. Na anderhalf uur het schip drijvend te hebben gehouden in een smal kanaal met veel zijwind en geen enkele aanlegmogelijkheid, had ik het wel gehad. Beter om dan maar geen discussie aan te gaan.
De volgende afmeerplek (Sampigny) ligt vol. Onvoorstelbaar, tot nu toe lagen we hier altijd alleen. Terwijl ik werkelijk voorbij kom drijven vindt de eigenaar van een Duits jacht dat ik veel te hard vaar. De afgelopen jaren waren er opvallend weinig Duitsers op de Franse kanalen maar hun aantal is stijgend en omgekeerd evenredig met hun gedrag, de goede niet te na gesproken natuurlijk. In Commercy ligt de kade ook vol, maar als we wat blijven drijven biedt de eigenaar van een groot Engels jacht (de Etty, model luxe motor) aan dat we bij hem opzij mogen. Even daarna komt ook de Seagull nog aan, die we al vanaf Maastricht om de zoveel tijd weer zien. Zij trekken al dagen op met een een oude Zwitserse man, die in Antwerpen overwinterde op een mooie Kuster A40, gekocht in Vriezenveen, zijn eerste schip, nog nooit eerder gevaren. De man is inmiddels ruim in de 70, stokdoof, was het leven in Zwitserland zat, wilde varen en nu onderweg naar Toul waar hij wil overwinteren. Zijn vrouw wil niet varen en blijft in Zwitserland liever in haar tuintje zitten. Het geheel doet mij een beetje denken aan ‘de 100-jarige die uit het raam sprong en verdween’. De bemanning van de Seagull trekt al dagen met hem op en helpt hem door de sluizen heen.
Vandaag heeft het niet geregend, echt waar.
Vaartijd 6.30 uur!,7 sluizen, 31 km.
Vrijdag 20 juli.
Die vreugde was van korte duur. Vannacht viel het weer met bakken uit de lucht. We gokken dat er in Euville, een sluis verder, aan de kade een plaatsje is, waar we water kunnen tanken. Als de drinkwatertank tot het randje gevuld is en de zwartwatertank tot de bodem geleegd hang ik weer een klein half uur aan de telefoon met dhr Nardus Schuttevaer, die zeer behulpzaam en geduldig mij helpt met het stap voor stap (her)instellen van de electronica van beide tanks. Nu maar hopen dat het verder goed gaat. Om half drie varen we weer verder, net als het weer begint te regenen. De laatste 4 sluizen op het canal de L’est branche nord worden snel genomen. Vervolgens op het Marne Rijn-kanaal door richting Toul. Inmiddels stortregent het onophoudelijk. We laten Pagny waar de Seagull met hun Zwitser liggen voor wat het is en varen door naar Lay St Remy, waar we vlak voor de tunnel afmeren. Daar ligt ook de Henderika uit Amsterdam die ondanks de gietregen onze lijnen aanpakt. Stille nacht, het regenen hoor je op den duur niet meer.
Vaartijd 4 uur, 5 sluizen en 20 km.
Zaterdag 21 juli.
Somber weer, koude wind maar droog. Als het niet regent zijn we tegenwoordig al blij. De tunnelwachter wakker getoeterd, zonder problemen door het “souterrain”. Wel blij dat de nieuwe lamp in onze tunnelverlichting het nu perfect doet. Vervolgens redelijk vlot de tunneltrap naar Toul genomen, 12 sluizen op 9 km. In de haven van Toul blijkt de mooiste plek helemaal vrij. Opnieuw achteruit de box in. Al zeg ik het zelf, bewonderende blikken van de omstanders. Of is het opluchting dat die 26 ton hun schip niet (k)raakt. Als we net liggen begint het te …… regenen. Poosje later 2 Duitse jachten die allebei zwaar geholpen moeten worden. “Varen is niet moeilijk maar aanleggen” sprak eens een sluiswachter tegen mijn vader. De allersterkte komt echter dit keer van een Nederlands jacht uit ….. (plaats bij mij bekend), waarvan de schipperse luidkeels tegen de stuurman riep: “dat gat is groot genoeg maar of jij hem daarin kunt krijgen???”.
Eind van de middag klaart het wat op. Sanne gokt dat ze wel kan wassen. Half goed gegokt half mis, de eerste was is na 2 uur in de wind kastdroog, de tweede was hangt de hele nacht kletsnat in de kajuit. Want tegen zessen eerst een stortbui en daarna een stevig avondregentje. Dus ook geen lichtspel bij de kathedraal van Toul gezien. Overigens: de haven van Toul is geweldig opgeknapt, uitgebreid en heeft prima voorzieningen en verzorging.
Vaartijd 3,15 uur, 12 sluizen , 1 tunnel en 10 km.
Zondag 22 juli.
Het is vanochtend helder, zonnig en erg fris. De kachel moet het opstaan wat draaglijker maken.En we zijn waarachtig niet de enigen. Kalmpjes aan de toko opgeruimd en tegen half elf vertrokken richting Moezel. Na 2 sluizen alweer een half uur oponthoud door een weigerachtige sluis. Maar hier was de VNF al bezig, de jachten die een uur voor ons uit de haven vertrokken waren lagen ook nog te wachten. We draaien de Moezel op en na even wachten op de jachtensluis blijkt ook die problemen te hebben en worden we vervolgens moederziel alleen door de enorme beroepssluis geschut.Wij krijgen nog 2 grote Moezelsluizen met een groot verval waarin wij samen met een engels jacht dat voor de sluis lag te wachten, omhoog gebracht worden. Even later nog een lage kleine sluis en dan draaien wij stuurboord het Canal de l’Est Sud oftewel Canal de Vosges op en stranden opnieuw voor een sluis die voor onze neus op dubbel rood gaat . Terwijl Jack de VNF belt komt er al iemand aan die de zaak snel herstelt. Hij was gewaarschuwd door de sluiswachter van een eerdere sluis dat wij het kanaal op zouden gaan en het probleem was bekend: de deuren sluiten niet goed, kennelijk 10 cm te smal, zodat dit bij elke schutting gebeurt. Wij varen nog even verder en meren af in Richardménil waar het vol komt te liggen. De kade wordt hier nog steeds door vrijwilligers onderhouden en er groeien nog altijd tuinkruiden aan de kant die de gasten mogen gebruiken. Als Sanne de mevrouw, die het havengeld int, daarover een complimentje maakt komt zij later op de avond nog een extra voorraadje kruiden uit haar tuin brengen.
Het weer is opgeknapt, deze dag was het zonnig, wel is de wind naar noord-oost gedraaid en flink toegenomen waardoor het uit de zon koud is.
Vaartijd 6 uur, 8 sluizen en 32 km.
Maandag 23 juli.
We besluiten een dagje lekker te blijven liggen. De hele dag zon, wel veel wind uit het oosten, lekker in de zon gezeten, gelezen, gewandeld. Een Engels stel is vandaag ook blijven liggen. Op de namiddag komen nog 5 gasten vastmaken, het is veel stiller met de vaart dan gisteren. In de avond wordt het bijna windstil en zakt de barometer.
In de komende dagen varen we naar Epinal. In de komende weken heel langzaam door naar Dijon. In feite bevinden we ons dus voortdurend ergens vlak langs de route Nancy - Dijon.
Dinsdag 24 juli.
Ik voeg nog maar even een dagje toe, want er was steeds geen verbinding te krijgen om het bericht over de afgelopen dagen te plaatsen. Het weer is inmiddels prachtig, ruim 25 graden, licht briesje en bijna steeds volop zon. Zo kennen we Frankrijk weer.
We tuffen nu op ons dooie akkertje door richting Epinal.