Ter info: In geval er verkleinde foto’s in/tussen de teksten staan, kun je die vergroten door er op te klikken. Je komt vervolgens weer terug bij de tekst door het aanklikken van de ‘back’- of terug knop.
Reageren kan alleen via de ‘normale’ mail.
Het weekend blijkt een uitstekend moment te zijn om af te meren in de haven van Toulouse. Die ligt n.l. aan een vrij drukke boulevard waardoor er door de week (onbe)tamelijk veel verkeerslawaai is maar in het weekend valt dat reuze mee. Het zal ook wel geholpen hebben dat half Frankrijk met vakantie is.
In de haven liggen meerdere schepen met de vlag van Zuid-Afrika. Tot vorig jaar wist ik niet eens hoe die vlag er uit zag, maar de toename is opvallend. Het merendeel is Engels natuurlijk. Overigens is 95% van de niet-huurschepen van Nederlandse makel(aard)ij. Wat daarbij opvalt is dat de meeste nieuwe eigenaren de “oude” plaatsnaam gewoon op de spiegel laten staan en een flink aantal zelfs de Nederlandse vlag blijft voeren. Erg duidelijk waarom zijn ze niet, dus het zal wel fiscale redenen hebben.
S. heeft op zaterdag de kont (van het schip) en het roer geschuurd en gelakt. Dat quasi-hout staat best erg mooi maar is ook knap bewerkelijk. Maar wel heel fijn dat ze weer kan schilderen.
Zondagochtend naar de markt geweest, zondagavond heerlijk gegeten in een restaurantje vlak bij de Garonne, waar je je haast in een Utrechtse werfkelder waande.
De Marie Therese (1855), de laatste wijnbarge.
Maandagochtend bij madame Sylvianne het havengeld voldaan en op weg richting Montech en Montauban. Het eerste stukje (feitelijk het laatste stuk van het Canal de Midi) is onvoorstelbaar smerig, elk moment moet de schroef uit z’n werk gezet worden en het mag een wonder heten dat we er niets in gekregen hebben. Bovendien zijn we op een zeker moment over iets heen gevaren waarbij we centimeters omhoog getild werden en nog net niet stil kwamen te liggen. Zou me niks verbazen als er een auto in het kanaal heeft gelegen. De vele bruggen met hun over het algemeen niet bijzonder verzorgde onderhuurders/bewoners maken de stad er ook niet fraaier op. Na 3 sluizen, bediening sinds dit jaar op afstand met videocontrole en tergend langzaam, ben je dan ineens uit de stad. Meteen een haakse bocht met lekker veel stroming en we zitten op het canal latéral à la Garonne.
27 km, 9 sluizen en een warme dag verder zijn we dan in landelijk, rustig gebied. Toch altijd weer lekker om de stad uit te zijn.
Dinsdag door naar onze favoriete plek vlak vòòr Montech. We hebben daar al een paar keer gelegen: net diep genoeg aan de kant, in the middle of nowhere, absoluut doodstil, s’avonds geen lamp te zien, overdag een enkele fietser aan de overkant: “bonjour” roepen we wederzijds zo zachtjes mogelijk. Ik zou er weken kunnen liggen. S. korter!
Maar we hebben inmiddels een afspraak. Dus woensdag het volledig gerenoveerde en geautomatiseerde zijkanaal naar Montauban gevaren (10 km, 9 sluizen) en aangelegd in de splinternieuwe, net geopende en nog wel wat sfeerloze haven met overigens goede voorzieningen, van Montauban. De trein komt wel redelijk dicht langs, maar een mens kan ook niet alles hebben en om een of andere reden ergeren Franse treinen veel minder dan Nederlandse. Volgend jaar zou het mogelijk moeten worden om vanuit deze haven via een dubbelsluis naar de Tarn te schutten en ongeveer 40 km stroomopwaarts richting Toulouse te varen. Kon wel eens interessant zijn omdat dit vrijwel zeker voor huurboten niet zal worden toegestaan.
Donderdag komen J & Y op bezoek en brengen de post mee uit Driebergen en iets erg lekkers uit Albi. Zij kamperen daar en het is niet al te ver van ons vandaan. S. heeft een heerlijk etentje klaargemaakt en we worden weer helemaal bijgepraat over het Driebergse gebeuren. Erg gezellig, J. wilde graag met daglicht weer terug rijden, maar dat is niet gelukt.
Vrijdag nog wat rondgekeken in Montauban, een typische plattelands stad met aardig wat bezienswaardigheden en een rijke (protestantse) historie. Elke keer valt ons in het hele zuiden van Frankrijk op hoe godsdienstoorlogen in het verre verleden deze streken geteisterd hebben. Ik wist niet beter dat de kruistochten zich naar en in het nabije oosten hadden afgespeeld, maar er zijn ook kruistochten naar dit gebied geweest.
Zaterdag teruggevaren naar het begin van het zijkanaal waar we een aardige aanlegpleg gezien meenden te hebben. Onderweg nog aangesproken door een Nederlands sprekend stel op de fiets. Komen we bij die aanlegplek, zit dat stel op een boot met een Nieuw Zeelandse vlag. Onmiddelijk weer in gesprek geraakt. Voornamen uitgewisseld. Blijken landgenoten die 23 jaar geleden naar Nieuw Zeeland zijn geemigreerd. Die avond zeg ik tegen S. dat ik het heilige gevoel heb dat ik de man ken en dat hij een collega-dierenarts is. Blijkt hij die avond tegen zijn vrouw precies hetzelfde gezegd te hebben; hij meende mij te herkennen aan mijn stem, maar twijfelde omdat de haarkleur niet meer overeen kwam met zijn herinnering. Zondagochtend stapt hij op mij af met de vraag: “jij bent toch niet J. ……..” . “Ja, die ben ik wel’. Helaas voor mij, ik kon zijn achternaam onmogelijk bedenken. Hij noemt zijn achternaam en onmiddelijk is daar de herkenning. We zijn allebei in ‘70 afgestudeerd. Hij is in de praktijk gegaan en na verloop van een aantal jaren naar Nieuw Zeeland vertrokken. Ik ben naar de faculteit gegaan. We hebben elkaar dus 38 jaar niet gezien!! Nou, dan is er wel gesprekstof !!
Helaas moesten ze al weer snel vertrekken gezien hun verdere vakantieplannen. Ze hebben een ligplaats bij Sylvianne in Toulouse. Maar we zullen elkaar volgend jaar zeker weer ontmoeten en meer tijd maken om bij te praten. De wereld blijft toch verbazingwekkend klein.
Aanlegplek aan het kanaal naar Montauban.
Hoewel we op deze schitterende, super rustige plek (met stroom en water voor € 3,- per dag) officieel maar 2 dagen mogen blijven liggen, deelt de enthousiaste gemeenteambtenaar (sprak mij aan met ‘jeune homme’) die namiddag mee dat 4 dagen ook geen enkel probleem is. Het is fantastisch mooi weer dus we blijven nog even.