Eindelijk zijn we dan vertrokken op vrijdag 1 augustus vanuit onze winterhaven Port la Robine ongeveer 20 km NW van Narbonne.

We varen op dit moment redelijk stevig (1 dag varen, 1 dag afkoelen) door (richting Toulouse), om zo snel mogelijk uit de topdrukte te zijn. Het oorspronkelijke plan om naar de Lot en de Baise te gaan is niet meer realiseerbaar. Zijn wrs zondag 17 augustus in Toulouse.

Deze conclusie levert tevens een besluit: we zullen het schip nog tenminste een, mogelijk 2 en misschien wel 3 jaar extra in het Zuid-Franse laten. En we laten het schip niet alleen!

Inmiddels zal iedereen wel de oorzaak weten van ons extreem lange verblijf in de winterhaven, (de zomer is alweer half voorbij): S. brak haar L arm op een uiterst ongelukkige plek.
Eerst nog even iets over de nu gelukkig achter ons liggende periode.
Donderdag 24 april vlogen we vanaf “Brussel Zuid” naar Carcassonne, nadat we uiterst luxueus naar Charleroi warengebracht door zoonlief J. die een dagje vrij had kunnen regelen.
In Carcassonne opgehaald door S&L die met hun boot ook in onze haven liggen en daar overwinterd hebben. Dus een riante heenreis.
Het schip lijkt onvoorstelbaar smerig, maar tot onze verbazing is alles redelijk makkelijk schoon te krijgen. M. en H. zorgen nog voor een gezellig intermezzo, brengen wat spullen mee en blijven een nachtje over. Na precies 1 week hard werken is alles weer spic en span, alle apparatuur aangesloten en alle systemen werken tot tevredenheid. Natuurlijk gebeuren daarbij kleine incidenten: het op druk brengen van de waterleiding, terwijl je niet in de gaten hebt dat de kraan van de de wasmachine nog niet is dichtgezet. Dat kost dus een paar uur dweilen tussen de spanten. Maar per saldo is de conclusie dat 6 wintermaanden in Zuid-Frankrijk het schip veel minder kwaad doen dan in Nederland.

Rontgenfoto schouder / arm S.
Klik op de afbeelding voor een grotere versie
Donderdag 1 mei waren we klaar, wilden het weekend nog diverse bekenden in de omgeving dag zeggen en dan maandagochtend vertrekken richting Toulouse. S. gaat na het eten nog een wandeling maken. Tegen 21.30 uur komt ze, krimpend van de pijn terug; gestruikeld over een boomwortel en de bovenarm doet zo vreselijk pijn. Eenvoudig veterinair onderzoek levert een snelle diagnose: arm gebroken in het allerbovenste deel. Maar ‘hoe gebroken is gebroken’ is dan de vraag.
S&L brengen ons naar het ziekenhuis in Narbonne, alwaar we na 2½ uur wachten eindelijk de diagnose bevestigd krijgen: bovenarm gebroken net onder het schoudergewricht, enige infractie, niet al te veel dislocatie. Advies: koop morgen bij de apotheek een soort harnas, draag dat tenminste 6 weken, laat over 4 weken voor de veiligheid even controle foto’s maken, als het erg pijn doet kan paracetamol geen kwaad.

Uiteindelijk zijn we tegen drie uur weer aan boord, zitbed geimproviseerd, S. aan de paracetamol, J. aan de whiskey.
Volgende dag een harnas gekocht bij de apotheek en de arm geimmobiliseerd, oftewel stijf tegen het lijf gebonden. S. heeft ontzettend veel pijn en kan en mag dus echt niets doen.
J. heeft geen centje pijn maar mag/moet nu plotseling alles doen: koken en de was doen zijn geheel nieuwe ervaringen, maar onder de bezielde (geen spellingsfout) leiding van S. komt er eten op tafel en was aan de lijn. Geen idee (ik dus) dat het leven van een schippersvrouw nog zo druk was.
Na verloop van enkele dagen werkt de paracetamol niet erg goed meer en wordt vervangen door iets sterkers, de whiskey werkt ook steeds minder doch vooralsnog wordt volstaan met een verhoging van de dosis. Waardoor we allebei weer wat aan slaap toekomen.

Sallele: lezend op het achterdek Sallelle: De was in volle glorie

Goed ingepakt dat wel, maar bij 30°C niet fijn. Wassen lijkt het sleutel woord: het schip, de vaat, Sanne, de was, mijzelf etc. Dat alles dagelijks, overigens niet steeds in die volgorde.

Zo zijn we die eerste 4 weken doorgekomen. Geleidelijk wordt de pijn minder, het blijft half zittend slapen. Eurocross belt om de paar dagen of ze nog iets kunnen doen, complimenten voor deze service. Na de eerste dagen neemt C. (van een van de naburige Hollandse boten) S. met grote regelmaat mee voor kortere en langere wandelingen. We hebben trouwens van iedereen, zowel in de omgeving daar als de achterban in NL alle mogelijke hulp en belangstelling gehad en dat is hartverwarmend. Ook komen broer en schoonzus nog een avond en nacht logeren en brengen het restant van de spullen mee die we in het vliegtuig niet mee konden nemen.

27 Mei weer naar het ziekenhuis in Narbonne. Dan hebben we het een paar dagen moeilijk:
op de foto lijkt n.l. de dislocatie van de fractuur flink toegenomen en van botnieuwvorming is nog nauwelijks sprake. De chirurg – die overigens erg doet denken aan het grapje: wat is het verschil tussen God en een chirurg? Antwoord: God heeft nooit gezegd dat hij kon opereren – die chirurg dus is zeer stellig in zijn oordeel: “het gaat voortreffelijk, de extra banden om het bovenlichaam zijn alleen nog ’s nachts nodig, overdag alleen een mitella en starten met dagelijks fysiotherapie, zie u graag terug op 1 juli”. Na een week twijfel, veel overleg met de medische achterban in NL, besluiten we om te blijven en te starten met de fysiotherapie. Daar doen ze in Frankrijk niet moeilijk over: als jij niet naar de praktijk kunt komen dan komen wij toch gewoon aan boord.

Tweede rontgenfoto Sallele: fysiotherapie 1 Sallele: fysiotherapie 2
Links de foto van 27 mei die zoveel twijfel veroorzaakte, daarnaast de beide fysiotherapeutes aan het werk. Ik heb daar ook nog een filmpje van, maar daar zit tevens geluid bij (van S.) en het moet toch een beetje leuk blijven.
Klik op de afbeeldingen voor grotere versies.

Inmiddels begint S. enige vaardigheid te ontwikkelen in het eenarmig koken en behandelen van de was en ik ken de inrichting van de Intermarché (5 km fietsen) uit mijn hoofd.
Dan komt er half juni plotseling een telefoontje: de zonen komen op 19 juni met de auto, blijven een paar dagen aan boord en gaan met het vliegtuig weer terug. Heel erg leuk want nu zien we de beide mannen toch nog een keer tijdens onze vakantie (of moet ik zeggen op ons zomerverblijf). Bovendien maakt het bij de hand hebben van de auto om allerlei redenen het leven toch wat aangenamer. En…. we kunnen nu ook 2 dagen varen, zoveel bemanning heb ik al jaren niet meer gehad. Donderdags komen ze aan na een vlotte heenreis, vrijdags zijn we naar Homps gevaren (maar 5 sluizen), heerlijk gebarbecued en geslapen, zaterdags weer terug naar de haven, zondag ochtend al om 6 uur (!!) uit de veren en naar het vliegveld van Carcassonne.
Zo heeft het breken van een arm toch ook nog zijn zonnige kanten.
FamiliedinerEindelijk onderweg

Grootste voordeel van de auto: we kunnen nu naar de fysio-praktijk rijden, waar meer hulp- en trainingsmiddelen voorhanden zijn. Dus rij ik dagelijks met 2 dames naar die praktijk, want inmiddels heeft de vrouw van de havenmeester een nieuwe heup gekregen en wordt door dezelfde therapeutes behandeld. Veel ruimte voor omzwervingen in de buurt is er door die dagelijkse therapie niet, maar we kunnen toch een paar keer naar het strand en verder enkele domaines in de buurt verkennen (avec degustation). Want in die auto is op de terugweg in oktober toch plek zat.

Uiteindelijk wordt het 1 juli en gaan we opnieuw naar het ziekenhuis. Enorme opluchting: alles ziet er goed uit: geen banden meer, geen mitella meer en de fysiotherapeutes krijgen carte blanche voor de oefentherapie (tot dan toe was rotatie van de schouder niet toegestaan). Volgens de chirurg moet het met opnieuw 20 behandelingen ongeveer kunnen.

Nog even om volledig te zijn het weer:
Mei: nat en koud, regelmatig de kachel aan gehad.
Juni: eerste helft nat en niet koud, tweede helft wisselend met hele warme dagen.
Juli: eerste helft wisselend met hele warme dagen, daarna schitterend met temperaturen zoals het hoort, 25 tot 35 graden.

Binnenkort het vervolg.