ARTEMIS 4e week reis 2016 (week18)
Ter info nogmaals: als je op een foto dubbel klikt verschijnt er een grotere versie, via ‘terug’ of ‘back’ kom je weer in de gewone leesuitvoering
Maandag 2 mei.
Onze vertrekdag, maar de ‘vermoeienissen’ van het afgelopen weekend blijken dusdanig zwaar, dat toen iemand zei “vergeet je niet dat het vandaag ‘fish and chips dag’ is (de eerste maandag van de maand) we zonder enige aarzeling besloten om dan een dag later te vertrekken. En dus genoten we die avond (voor de 4e dag achtereen buitenshuis) van een voortreffelijk en zeer typisch Engelse maaltijd op het terras bij de capitainerie, in gezelschap van als altijd weer oude en nieuwe bekenden.
Dinsdag 3 mei
Deze dag zal ons nog lang heugen. Prachtig weer. Maar dan ………., als ik zo tegen 10 uur de motor wil starten, ik draai de sleutel nog niet half om en daar volgt ineens een ontzettende knal en vervolgens een doodse stilte. Ik sta absoluut stijf van schrik, geen idee wat er aan de hand is. Misschien wel tot mijn geluk. Dan luik van de machine kamer open en in een oogwenk zie ik de ravage: de startaccu is ontploft: het accuzuur overal heen gespat, er lekt nog wat accuzuur uit het opengescheurde restant van de accu. Ik weet zo gauw ook niet wat ik moet doen, ren naar de havenmeester, die komt direct mee en vraagt onmiddellijk om de waterslang en begint vervolgens alles ruim met water af te spuiten: motor, dynamo, andere accu’s, afijn alles wat maar in de buurt van de ontplofte accu zit. Bezit nog net de tegenwoordigheid van geest om alle hoofdschakelaars af te schakelen evenals de walstroom. Want het gaat er natuurlijk om, ja achteraf weet ik dat ook wel, om het zuur zoveel mogelijk te verdunnen. Met enig gehannes het restant van de accu uit het schip getild, waarbij nog wat restjes accuzuur er uit lopen. Maar die komen op de inmiddels ruim onder water staande bodem terecht en zijn dus meteen verdund. Met behulp van een geleende waterstofzuiger zuigen we daarna de motorruimte min of meer droog. Waar we niet bij kunnen drogen we met doeken. Vervolgens nogmaals alles ruim gedoucht en onder water gezet. Daarna opnieuw schoon gezogen en gedroogd. Dit is snel verteld, maar we zijn er tot eind van de middag mee bezig geweest.
Het grote raadsel: hoe heeft dit kunnen gebeuren. Waarom ontploft dat ding ineens, terwijl hij niet eens aan de lader staat. Nog een evenzo groot raadsel: het kan niet anders dan dat een vonk van het starten de ontploffing heeft veroorzaakt, maar op de een of andere manier is er geen brand ontstaan. Dan waren we natuurlijk helemaal de pineut geweest, want accuzuur tast plastic en rubber van de vele tientallen kabels daar in de buurt niet aan, maar brand doet dat natuurlijk wel. Alle verbindingen waren prima aangesloten: Iain heeft alles nogmaals gecheckt en gedubbelcheckt, alles prima in orde. Een groot raadsel.
Een ding is zeker: we kunnen nu niet vertrekken, want eerst moet er een nieuwe accu komen en ten tweede antwoord op de vraag: hoe kon dit gebeuren.
Woensdag 4 mei.
Na een zeer koude nacht een prachtig zonnige hemel. We genieten er niet echt van. We zijn nog de hele dag bezig met het schoonmaken van de motorruimte, schilderen van de bodem, aanbrengen van nieuwe oliematten enz. enz. ’s Middags komt Iain met de mededeling dat zijn vaste leverancier hem in de steek heeft gelaten: hij kan op korte termijn geen accu leveren. Ik kan mij niet voorstellen dat hier in de buurt nergens een soortgelijke accu te krijgen is en vraag hem verder te blijven zoeken. Ondertussen verneem ik dat Paul, de (nieuwe) Australische eigenaar van de Merlin (inmiddels tot ‘Rianne too‘ herdoopt (de boot dus)) aan het andere eind van de haven, veel verstand zou hebben van scheepselektriciteit. Gevraagd of hij de zaak zou willen komen/kunnen inspecteren; hij blijkt daartoe onmiddellijk bereid, maar zegt niets te kunnen ondernemen als er niet eerst een nieuwe startaccu is. Grootste probleem blijft: hoe kon dit gebeuren. We zijn doodmoe van het werken in allerlei onmogelijke houdingen, overigens wel blij dat dit hier in de haven is gebeurd en niet ergens in the middle of nowhwere
Donderdag 5 mei.
Hemelvaartsdag. Dus geen winkel en/of geen zaak open. Vetus geeft in zijn catalogus aan dat er hier in de buurt 3 dependances zijn, allemaal bereikbaar onder hetzelfde tel.nr. Maar alles is vandaag gesloten en het overgrote deel van alle zaken heeft een lang weekend en is dus tot maandag dicht. Ik frunnik een verfkwast aan een lange stok en Sanne schildert zo goed mogelijk een deel van de bodem van de machinekamer. We ruimen de rest van de rotzooi op, lopen een rondje om de haven en bellen met diverse familieleden.
Vrijdag 6 mei.
Bewolkt en heel veel wind. Plotseling komt Iain opgewekt aankloppen: hij heeft na eindeloos getelefoneer een nieuwe accu te pakken kunnen krijgen, nota bene hier vlak in de buurt bij een soort agrarische groothandel. Wij er onmiddellijk heen en even later zijn we een nieuwe accu rijker (135 Ah) en 180 euro armer. Het begint langzamerhand een dure vakantie te worden. Iain en Jim (oude en nieuwe havenmeester) tillen de nieuwe accu op z’n plek, wat even lastig is tussen alle kabels door en bovendien is dit geen gesloten accu, dus mag je die niet erg scheef houden. Maar het gaat voorspoedig en even later is alles weer aangesloten. In de namiddag komt Paul en controleert alle instellingen van de zonnepanelen inclusief regelaar, de Victron lader/omvormer en de dynamo. Eigenlijk kunnen we niets vinden dat niet in orde is. De maximum laadspanning van de zonnepanelen stond op 14.6 volt, maar de toegestane maximale laadspanning van de start accu was 14.8 volt. Alle accu’s hebben de hele winter alleen aan de zonnepanelen gelegen, walstroom was niet aangesloten. Sindsdien heb ik de motor al 2 keer gestart en was er niets aan de hand. Eergisteren heb ik wel de Victron lader aangezet, maar die ging na 4 uur van 14.25 volt keurig naar 13.5 volt. Ook volstrekt normaal dus. Bovendien heb ik die lader al om 8 uur ’s ochtends afgezet en de grote klap was enige uren later. Al met al kan ook Paul niets vinden, maar uit veiligheid hebben we de maximale laadspanning van de zonnepanelen teruggebracht naar 14 volt. Bovendien adviseert hij om de zonnepanelen tijdens de zomer sowieso niet meer aan de startaccu te koppelen; omdat je toch redelijk frequent vaart kun je beter alle zonne-energie naar de woonaccu’s sturen en heeft de start-accu niets extra nodig. Al met al geen echt bevredigende verklaring, alleen wat extra voorzorgsmaatregelen. Vervolgens met trillende vingers de motor weer gestart: maar alles loopt weer als vanouds (ik had zelfs de waterslang al aangesloten en klaargelegd). Nou ja, dan maar naar de havenkroeg, het is tenslotte vrijdagnamiddag. Het grapje dat ik, nog met accuzuur aan mijn vingers, wegens hoge nood naar het toilet had gemoeten, riep het merendeel van de varensgasten duidelijk gevoelens van medeleven op.
Zaterdag 7 mei.
Uw schrijver maakt eerst het verslag van de vorige week af, want dat was er door alle ellende niet van gekomen. Op de kade naast ons bootje starten de eerste voorbereidingen voor de ‘vide grenier’, die morgen de hele dag zal plaatsvinden. Het is bewolkt en waait snoeihard. Om uiteenlopende redenen besluiten we in elk geval tot en met woensdag in de haven te blijven liggen. Achter ons meren twee grote huurboten af, de laatste op enkele cm’s van ons roer. Het lukt me niet erg goed om de vrijwel uitsluitend Russisch sprekende bemanning duidelijk te maken dat ik iets meer afstand wel gepast zou vinden. Maar verder moet ik zeggen dat je maar zelden zulke beschaafde landslieden uit het Oostblok ontmoet.
Zondag 8 mei.
Het is droog, maar er staat een complete storm. Vanaf 7 uur is het gedaan met de rust. Luidsprekers met knalharde muziek, en allerlei kramen met je kunt het zo gek niet bedenken wat voor rotzooi men daar aanbiedt. We hebben dit al vaker gezien en meegemaakt, maar slechts uiterst zelden is er iets dat onze belangstelling wekt. (Behalve natuurlijk het prachtige 27-delige porseleinen servies dat Sanne ooit voor € 2,- (twee euro !!) in Toulouse wist te scoren). Op zich dus verder een rustig dagje, los van de stormachtige wind.
Tot volgende week, met een hopelijk wat vreugdevoller verslag.